Juni 1916.] Een nieuwe Indeeling van de Compagnieën Voert men het principe der driedeeling ook, voor zoover dit in verband met de dislocatie mogelijk is, door bij de Garnizoens-infan- terie, dan zou daardoor nog een belangrijke winst aan onderoffi cieren verkregen worden. Waar nu nog enkele Veldbataljons zonder Europeanen zijn, zou men de door de driedeeling verkregen winst in de eerste plaats kunnen aanwenden om alle bataljons gelijk te maken, waardoor eventueele voorkeur zou komen te vervallen. Lucardie. Het vorenstaande was geheel gereed, toen de April-aflevering van het I.M.T., met het artikel „De Gemengde Compagnie" van den 1 en Luitenant CHER1EX, waarin hij wat betreft de menging juist het tegenovergestelde betoogt van het hierboven ontwikkelde, mij in handen kwam. S. wenscht weer Europeesche compagnieën en ver wacht daarvan dan het goede voorbeeld der massa. Waar hij evenmin als ik, eene inwerking ten goede verwacht van de tegenwoordige Eur. sectie, wil het mij voorkomen, dat dezelfde redeneering voor de sectie t.o. van de compagnie, ook toegepast kan worden voor de compagnie t.o. van het bataljon. Niet alleen het goede voorbeeld, maar alleen de rechtstreeksche inwerking—welke alleen mogelijk is bij absolute vermenging zal de minder gevechtswaardige ele menten tot betere soldaten maken en hen rnedesleepen in de ure des gevaars, vooral daar het „goede voorbeeld" in den modernen oorlog minder goed of in het geheel niet gezien zal worden. Alleen wat in de naaste omgeving'gebeurt, zal n.m.m. eenigen indruk maken (loopgraven-oorlog, groote gevechtsfronten). Het betoog heeft mij dan ook niet van gedachten doen veranderen, temeer daar van de vroegere Eur. compagnieën nimmer het goede voorbeeld tot zijn recht is gekomen. Voor verheffing van de Euro peanen en gelijkstelling van de andere landaarden, zooals S, die voorstelt, gevoel ik zeer veel. Het eerste zal n.m m. echter behalve door de door S. genoemde middelen (bl. 431) beter bereikt worden door den Europeaan te doordringen van het besef, dat hij voorgan ger is, m. a. w. er moet op zijn eergevoel gewerkt worden. Wat de indeeling van officieren en kader betreft; zooals S. die 650 DER VELDBATALJONS.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 66