Juni 1916.] Overzicht van N ederlandsche Militaire Tijdschriften. Als resultaat van een ervaring van meer dan VA jaar is in de genoemde velddienstinstructie een schema ontworpen voor den aanleg van loopgraven, waarin de hoofdzaken, waarmede bij den aanleg van versterkingen moet worden rekening gehouden, zijn aan- ^De^schrijver, kapitein Waltheer, geeft een kort resumé van de vermelde instructie en wijst er in de eerste plaats op, hoe deze vooral beïnvloed werd door de rol, welke de artillerie thans in den stellingoorlog vervult. Zoo wordt o. a. in de instructie vermeld, dat de vuuruitwerking- desnoods tot op 100 yards vöör de loopgraaf mag worden vermin derd als de dekking tegen artillerievuur daardoor maar wordt ver hoogd. Als hoofdeisch voor den aanleg van veld versterkingen wordt dan ook vermeld, dat deze moeten dekken tegen granaatkartetsen, granaten en tegen waarneming door vijandelijke artillerie. Zeer terecht merkt S. hierbij op, dat de inhoud der instructie wel wat heel sterk'den loopgravenstijd op bet Westfront typeert. Wel eigenaardig is, dat in de instructie het gebruik van steunpunten in voorste lijn niet wordt aanbevolen, omdat het doel, waarvoor men ze daar vooral aanlegt, r.. 1. afgifte van flankeerend vuur, toch niet tot zijn recht komt. We meenden, dat steunpunten met in de eerste plaats voor het hier aangegeven doel worden aangelegd. Volgens de berichten worden ze dan op het Westfront ook veelvuldig gebruikt. Aan het slot van het artikel worden een aantal punten vermeld, waarmede bij het inrichten van stellingen rekening moet worden gehouden, speciaal, om de verkenning van uit vliegmachines te bemoeielijken. Is bezuiniging mogelijk?" vraagt de luit*, kwartiermeester de Roy van Züydewijn. Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend. Aangevende, wie tot bezuiniging kunnen medewerken, noemt b. in de eerste plaats de burgers. En waarom? Omdat, volgens de ervaring van S., de burgers hoogere prijzen trachten te vragen en artikelen van slechte hoedanigheid trachten te leveren, zoodra het een levering voor het rijk geldt. Nog al logisch zouden we zeggen. We vreezen dan ook, dat een beroep op de burgers, om deze ge woonte te laten varen, weirig zal uitwerken. Zij, die met de ontvangst en de keuring van genoemde artikelen zijn belast, moeten zorgen voor goede en niet te dure waar. in het bijzonder wijst S. er nog op, dat ook bij het herstellen van kleeding en schoeisel door strenge en voortdurende controle door officieren en kader aanmerkelijk kan worden bezuinigd. 674

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 90