8RHR
8888
8886
8888
Tactische oefening op de kaart.
4de 5erie.
Oplossing Oefening No. 5.
In verband met de vrij groote mate van veiligheid kunnen bij de
keuze van de legeringsplaats de hygiënische eischen op den voor
grond worden gesteld en kan met beperkte maatregelen ten behoeve
van de veiligheid worden volstaan. Aangezien zeer waarschijnlijk
den volgenden dag de marsch zal moeten worden vervolgd, zal er
naar gestreefd moeten worden, de troepen zooveel mogelijk langs
den marschweg te legeren, zoo mogelijk met behoud van de bestaan
de marschdiepte en de volgorde van de verschillende troependeelen
in de marschcolonne (V.V. 218). Moet voor den volgenden dag
wijziging in de marschorde worden gebracht, ten einde de troepen,
welke op voorposten zijn geweest, meer achter in de colonne te
doen marcheeren, dan is deze wijziging bij den afmarsch toch een
voudig tot stand te brengen door de voorposten, c. q. het tactisch
onderdeel, waarvan een gedeelte de voorposten heeft geleverd, aan
den staart der colonne te doen aansluiten.
Veronderstellende, dat de 4de Brigade, ook in verband met het
geringe gevaar voor eene ontmoeting met vijandelijke afdeelingen,
den 22sten Januari gedurende den marsch slechts door eene zwakke
Voorhotde, b.v. 2 compagnieën Inf., 1 sectie Mitr., y2 Esk Cav.
en 1 sectie Genie, was beveiligd, mag worden aangenomen, dat te
3 n.m. de Hoofdtroep der Voorhoede ongeveer ter hoogte van
pl. 19 is gekomen; op dat uur zal dan de Voortroep (ly2 sectie
Inf.) juist de K. Kebon Kliwon hebben overschreden en de Inf. spits
hoogtepunt 495 hebben bereikt, terwijl de Voorhoedecavalerie zich
ter hoogte van Kg. Merakmati zal bevinden. (Verondersteld wordt
hierbij, dat eene vooruitgezonden Cav. patrouille, welke verband
moest zoeken met den A.B. te Ambarawa, dan weer bij de Brigade
is teruggekeerd.)
Voor de Hoofdmacht der 4de Br. mag de volgende marschorde
worden aangenomen:
Inf. 1/2 IV.
Genie 1 sectie.
G. T. Br. Staf,
Mitr. 4 (- 1 sectie),
Inf. IX,
Art II Vd,
Inf. XV,
Inf. XVIII (- 1 Comp.)
677