Juni 1916.J Tactische oefening op de kaart 4e, Serie. Ter toelichting van de hier uitgevaardigde bevelen zij het vol gende aangeteekend Het legeren van de Cavalerie in Kg. Karangdjati maakt een terugmarsch van eenige K. M. noodzakelijk, maar hierdoor wordt een hooger mate van veiligheid en dus meerdere rust verzekerd. Bij het totstandbrengen van eene electrische verbinding tusschen den Br. Cdt. en den A. B. kan worden gebruik gemaakt van de langs den grooten weg loopende bestaande verbindingen. Waren deze niet beschikbaar, dan ware van radiotelegrafische gemeenschap gebruik te maken. Afgezien van het vorenstaande zendt de Br. Cdtzoodra de maat regelen ten behoeve van de legering zijner troepen zijn getroffen, zijn Chef van den Staf per V.A.K. auto naar den Chef van de Ie Sectie van het Hoofdkwartier te Ambarawa om z.n. verslag uit te brengen en bevelen voor den volgenden dag in ontvangst te nemen. Is door den A.B. een uur voor het rapport aangegeven, dan kan dat uur worden afgewacht. Ten aanzien van de aan de verschillende onderdeden aangewe zen kantonnementen zij nog opgemerkt, dat het door de ligging der bewoonde oorden niet mogelijk was, alle troepen onmiddellijk aan den hoofdmarschweg te legeren; er is echter naar gestreefd, de af- afstanden tot bedoelden weg zoó gering mogelijk te maken. Bij de verdeeling van de beschikbare legjringsruimten over de verschillende eenheden, verdient het aanbeveling zelfs de kleinste onderdeden ter weerszijden van de aanwezige wegen en paden te legeren. Hierdoor wordt het belangrijke voordeel verkregen, dat bij het onder de wapens komen, eventueel in geval van alarm, a le ©nderdeelen het gemakkelijkst en spoedigst de wegen, dat zijn de natuurlijke verzamelplaatsen, kunnen bereiken, waardoor vermen ging van verbanden wordt vermeden en dus de kans op verwarring of paniek wordt verminderd. Oefening no. 6. Na ontvangst van versterkingen is het wederom gelukt, den vijand tot op een dagmarsch ten Z. van Pingit terug te werpen, terwijl de Legercavalerie, eveneens na te zijn versterkt, het gros der vijan delijke ruiterij ongeveer een dagmarsch Z. waarts heeft teruggedron gen. Evenwel is gebleken, dat kleine bereden afdeelingen en wiel rijders van den vijand zich nog in het terrein tusschen Salatiga en Ambarawa ophouden. 4 Februari 1916 zal de spoorweg Semarang-Kedoengdjati- Willem I, waarin door den vijand eenige kunstwerken waren vernield, als operatielijn in dienst kunnen worden gesteld, terwijl voorbij Willem I het transport verder per tram zal plaats hebben. 680

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 96