te velde minder aan 's vijands wapenwerking zijn blootgesteld, is het medevoeren van een reservepaard minder noodzakelijk. ad. b. Bij, ot soms reeds vóór den aanvang van den strijd, is het noodig den munitievoorraad van den Infanterist te vermeerde ren, waartoe de voorraad uit den Gevechtstrein geheel of gedeeltelijk kan worden uitgegeven. Ten einde den man niet noodeloos met het gewicht van deze patronen te belasten, moet de distributie van dezen voorraad zoo laat mogelijk geschieden, waaruit dus volgt, dat deze munitie de troepen overal in het terrein moet kunnen volgen. Terwijl nog kort geleden er op werd gerekend alle reser vemunitie der Infanterie rop draagpaarden te doen vervoeren, zal zulks thans nog slechts met 2/5 deel hiervan geschieden, terwijl de rest op treinkarren wordt vervoerd. In verband met den toestand van onze Indische terreinen kan deze wijziging niet als eene ver betering worden aangemerkt. Gegeven de geringe taschvoorraad van onzen Infanterist (ICO patronen tegen 120 tot 150 in andere legers), moet ook de munitie- voorraad in den Gevechtstrein, 100 patronen per geweer, vrij be scheiden worden genoemd. De Veldartillerie beschikt ook volgens moderne opvattingen— over voldoende munitie (304 schoten per vuurmond); nu evenwel vaststaat, dat de tweede afdeeling gevechtstrein op eenvoudiger wijze zal worden bespannen dan de overige voertuigen der batterij, ware het ten behoeve der bevelvoering wenschelijk Afdeelingsgewijs deze onderdeelen van den Gevechtstrein, op overeenkomstige wijze als in Nederland, tot eene „Lichte Munitiecolonne" te vereenigen. De Bergartillerie maakt hiertegenover met haar 84 schoten per vuurmond (Gevechtsbatterij Gevechtstrein) slechts een pover figuur, zelfs al wordt hierbij rekening gehouden met de geringere vuursnelheid. Opmerkelijk is ook het verschil in draagwijze tusschen de ge- vechtstreinmunitie van de Bergartillerie op draagpaarden, en van die voor de zooveel beweeglijker mitrailleurs op karren. ad. c. Met de invoering van het draagbaar pioniergereedschap, dat door de manschappen wordt medegevoerd, is het groot gereed schap uit den Gevechtstrein verdwenen, en is dit verhuisd naar den Bagagetrein. Enkele gereedschappen van grooter formaat kunnen evenwel vaak van veel nut zijn, zij zouden evenals in buitenlandsche 543 ORGANISATIE EN BEVELVOERING VAN TREINAFDEELINGEN. [Juni 1915.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 9