Opheldering door Brigade-canalerie In 1907 schreef ik in dit tijdschrift: De opheldering moet gesplitst worden in eene strategische en „eene taktische; de eerste heeft ten doel de legerleiding tijdig die algemeene gegevens te verschaffen, welke zij behoeft om de operatiën "te kunnen leiden; de tweede moet gedurende de uitvoering dier operatiën elke vijandige macht, welke het welslagen daarvan in "gevaar zoude kunnen brengen, zoo lijdig melden, dat nog bevelen "uitgevaardigd en uitgevoerd kunnen worden om het gevecht onder gunstige omstandigheden aan te binden, dan wel het te ontwijken. „In den veiligheidsdienst hebben de onderbevelhebbers het middel „om te voorkomen, dat de uitvoering der hun opgedragen bevelen "schipbreuk lijdt door eenig plotseling optreden van den vijand. „In verband met de evenvermelde splitsing van den ophelderings- „dienst krijgen wij dus drie liniën cavalerie voor het front der „legers t. w. „1. de strategisch ophelderende of zelfstandige cavalerie, ",2. de tactisch ophelderende cavalerie (in de toenmalige leidraad veld- „dienst en ook door ritm. Boon in zijne lezing in de Ind. Krijgsk. '^Vereeniging „vooruitgeschoven cavalerie" genoemd), en „3. de cavalerie toegevoegd aan de veiligheidstroepen." Ik stelde daarna de vraag, of ook in onze sterkteverhoudingen ten allen tijde een gebruik der cavalerie in drie liniën voor het front van het veldleger noodzakelijk was te achten; eene vraag, welke ik toenmaals bevestigend meende te moeten beantwoorden. In deze opvatting werd ik sedert bijgesprongen door ritmeester Boon (zie blz 36 tot 44 zijner evenvermelde lezing) en majoor de Wit (zie zijne beschouwingen over punt 53 van ons huidig velddienstvoorschrift, I. M. T. Aug. 1913). De juistheid dezer in 1907 uitgesproken meening, dat eenzelfde cav.-afdeeling niet gelijktijdig den strategischen en tactischen op- helderingsdienst, de „Fern-" en „Nahaufklarung" naar Duitsche op vatting dier begrippen, de „exploration" en de „sureté du chef kon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 24