Een nieume Indeeling nan de Com pagnieën der Ueldbataljons. Het gebrek aan Europeesch Kader en het te kort aan Europeanen is er den laatsten tijd, niettegenstaande de meer geregelde aan vullingen, niet afdoende op verbeterd. Ook is niet te voorzien, dat daarin eene zoodanige blijvende verbetering ten goede zal komen, dat alle daarmede samenhangende vraagstukken opgelost zullen kunnen worden. Aangezien een en ander nog meer klemmend zal worden bij eventueele uitbreiding van het Leger, zal er gezocht moeten worden naar eene beperking van het benoodigde aantal Europeanen zonder daarbij te kort te doen aan de gevechtswaarde der eenheden. Vermeend wordt, dat eene oplossing te vinden ware in eene andere indeeling der compagnieën en wel door deze in stede van in vier onderdeelen in drie gelijke deelen te splitsen. De voor de groote Leger-revue te Tjimahi op 22 September 1915 gegeven order om de weinige Europeanen (er waren secties van 6 en 8 man) in te deelen bij een der secties en dus te paradeeren met 3 secties, bracht mij op het vorenstaande denkbeeld. Aan eene indeeling in drie deelen zijn, zoowel wat betreft het benoo digde personeel, als uit een tactisch oogpunt, voordeelen verbonden. Volgens Tabel III der Oorlogsorganisatiën zijn voor de Veldbatal- jons benoodigd 21 X 4 X 8 672 Eur. onderofficieren. Legt men denzelfden maatstaf aan bij eene indeeling in drie deelen (1 Eur. o.- off. per brigade), dan zijn maar benoodigd 21 X 4 X 6 504 Eur. onderofficieren, waardoor het te kort met 168 wordt verminderd, of mocht de formatie eens compleet zijn, dan zijn er 168 beschikbaar voor de encadreering van nieuwe eenheden. Met deze 168 onderofficie ren waren dan toch 28 compagnieën of 7 bataljons te encadreeren. Breekt men bij de toepassing van de driedeeling tevens met het sys teem van eene Europeesche sectie per compagnie, dan kan men bij eene indeeling van 30 Eur. fuseliers in stede van 34 eveneens een winst boeken van 21 X 4 X 4 335 Europeanen, waarmede dan ook weer zooveel nieuwe formaties van Europeesche fuseliers zouden kunnen worden voorzien. 645

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 61