Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Juli 1915.
„Ein Heer unter einem Feldherrn mit genialen Führereigenschaften,
mit verstandnisvollen Unterführern und gut ausgebildeten, diszipli-
nierten Truppen musz schlieszlich einem selbst der Zahl nach über-
legenen, aber schlechter geleiteten und geschulten Gegner das Gesetz
geben", alzoo besluit de schrijver.
Kriegstechnische Zeitschrift (3de en 4de Heft).
Het eerste artikel geeft beschouwingen over de verhouding tusschen
China en Japan en gegevens van beider weermacht.
Omtrent den Chinees als soldaat, zegt de schrijver: „Das Solda-
tenmaterial ist zah, ausdauernd und genügsam, es leistet beiguter
Führung Tüchtiges". Dat de Chinees geen slecht vechtmateriaal is,
vooral niet bij het verdedigen van stellingen, hebben wij o a. in de
50er jaren in Borneo kunnen ervaren.
Waar nu een niet onbelangrijk deel van Java's bevolking uit Chi-
neezen bestaat, ware ernstig te overwegen of niet, en zoo ja welk,
gebruik van hen in oorlogstijd gemaakt zou kunnen worden O.i. is
er geen enkel doorslaand motief, waarom men hen niet militieplichtig
zou kunnen maken; kans op oorlog met China is voorshands vrijwel
nihil en tegen anderen zouden ze eventueel met plezier mede vechten.
Aan het slot van zijn artikel bespreekt de schrijver de mogelijkheid,
dat Japan, indien zijne eischen door China niet goedschiks worden
ingewilligd, zonder eenige oorlogsverklaring doodeenvoudig bezet,
wat het hebben wil, waarvan de feitelijke inbezitname van Shantung
al een praecedent vormt; een wijze van handelen, die Japan niets
gekost heeft, integendeel zeer veel inkomsten verschaft heeft (beslag
op spoorwegen, haveninkomsten, inning der belastingen, eischen van
bijzonderen arbeid en van requisities van de inheemsche bevolking).
Wil China zich dan verzetten, dan zal het de indringers moeten
verdrijven; laat China zulks na, dan blijven de Japanners, waar ze
zich genesteld hebben, zonder zich van den regel Vernietiging der
vijandelijke strijdkrachten" iets aan te trekken.
Zoo iets is natuurlijk alleen denkbaar tegenover een tegenstander,
die óf in getalsterkte öf in waarde sterk in de minderheid is.
Past eventueel een tegenstander zulks op Java toe, dan zullen wij
hem uit het bezette gebied moeten gaan verdrijven en wordt dus
de strijd niet gestreden, waar wij zulks in principe bepalen, doch
waar de vijand zulks bepaalt, een zich blind staren op verdediging
i van een bepaald deel van Java is dan ook uit den booze, tenzij
men den indringer rustig in het bezit van het andere deel wil
laten.
Uit het artikel „Moderne Infanterie-Geschosze", waarin de lezer
zijn kennis omtrent: Vo, Ve, spreiding, bestrekenheid, kopvorm, in
dringing, gasdruk, enz. kan opfrisschen, vermelden we slechts, dat
het Zwitsersche geweer zeer geroemd wordt en dat de man belast
753