Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Juli 1915. Artilleristische Monatshefte (April). In het eerste artikel worden de munitie-uitrusting en-aanvulling der Duitsche veldartillerie aan een beschouwing onderworpen. Vervolgens komt een artikel van generaal von Richter, wederom over de versterkingskunst. De schrijver schrijft het typische feit, dat vele duurzame verster kingen betrekkelijk waardeloos bleken, terwijl de vijand, die zich met veldversterkingen behelpt, bijna niet te verdrijven is, toe aan het verschil tusschen beide vormen als doel. Van de eerste is de lig ging bekend en zij steken in het terrein af, de veldversterkingen niet; de eerste geven verder ook door hun grootte een gemakke lijk doel. Men zou er dan ook licht toe komen de fortengordel door een ring van veldversterkingen te vervangen, Langlois was hier o.a. voorstander van. De schrijver deelt deze meening niet en acht voor belangrijke strategische punten, ook in de toekomst, permanente versterking noodig, wil men tegen overvallen gedekt zijn. Ook zullen z.i. de vestingbouwers wel wat vinden, om de vestin gen weer tegen de aanvalsartillerie bestand ie maken. Vooral, als in de toekomst de wapens van uit de lucht meer invloed zullen krijgen, zullen permanente bevestigingen daartegen z.i. beter bestand zijn dan veldversterkingen. Typisch is wel wat op bladzijde 171 vermeld wordt, n. 1. dat in Duitschland reeds een voorstander van metselwerk opgestaan zou zijn, aangezien dat door de voltreffers alleen doorboord zou wor den, terwijl beton in elkaar stort Gen. von Richter is't daarmede in het geheel niet eens. Zelfs aannemende dat 't metselwerk slechts doorboord wordt, dan krijgt men de verstikkende gassen binnen en deze vormen juist een van de meest hinderlijke eigenschappen der moderne projectielende bouwstof moet door treffers noch in elkaar storten, nóch doorboord worden, het projectiel moet er op afstuiten en misschien is dit door elastische, aan elkaar geklonken staalplaten te bereiken. De permanente versterkingskunst zal zooveel mogelijk de voor- deelen der veldversterkingskunst moeten overnemen, dus kleine, lage, goed verscholen doelen, waartoe de forten zooveel mogelijk inge zonken gebouwd moeten worden, terwijl de artillerie voor den ge- schutstrijd (en o. i. ook voor eventueel vuur op groote afstanden) buiten het fort moet zijn opgesteld. Het- voorterrein moet hardnekkig verdedigd wordenonder uitge breide toepassing van de veldversterkingskunst, in meerdere liniën achter elkaar. Jahrbiicher Mei. Hieruit valt vooreerst te vermelden het artikel „Bekampfung stan- diger Befestigungsanlagen cjurch Belagerungs-artillerie" van generaal 755

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 107