Overzicht van eeniqe BuitenlandscheTijdschriften. [Juli 1915. Ten slotte vermelden we ten le: het artikel „Was geht an den Dardanellen vor sich?" waaruit we slechts aanhalen de meening, die misschien wel gegrond kan zijn, dat het bombardement door de schepen op zeer grooten afstand o.m. zijn reden kan vinden in het streven om tegen de Turksche batterijen zoo groot mogelijke invals hoeken te krijgen en tot besluit ten 2de: een artikel over het Nederlandsche leger, speciaal wat reservekrachten aangaat. Mil. Wochenblalt. No: 71 84. In No: 71 en 74/75 weer vervolgartikelen over den strijd tus- schen Maas en Moezel. In No; 72/73 wordt vermeld, dat volgens berekening van de Ma- tin" het totaal der slagfronten van de geallieerden 2563 K. M. zou bedragen, waarvan door de Franschen, Russen, Serven, Montenegrij- nen, Belgen en Engelschen respectievelijk ingenomen worden: 870, 1370, 350, 28 en 50 K. M. Indien juist, wel een bewijs hoe relatief weinig de invloed der Engelschen te land nog te beteekenen heeft. No: 76/77 geeft een schetsje van de Duitsche gevechtslinie van Noord van Clermont en Argonne (het plaatsje is in Fransche handen) om Verdun heen naar St. Mihiel tot Noord van Pont a Mousson (ook in Fransche handen). In dit No: verdedigt een Wolff-bericht tegen de Engelsche be schuldigingen het bèzigen van verstikkende gassen, door er de aan dacht op te vestigen, dat reeds tijden te voren de geallieerden zich daarvan bedienden, terwijl bovendien ontkend wordt, dat het ge bruik in strijd zou zijn met het volkenrecht No: 78 vervat wederom een lezenswaardig artikel van den Gene ral von Blume, waarin hij zijn verwondering uitspreekt over de ac tie der geallieerden aan de Dardanellen. „Der Offnung der Dardanellen kann für der Fortgang und die Ent- scheidung des Weltkrieges höchstens die Bedeutung einer Neben- handlung zuerkannt werden. Und für Nebenzwecke Krafte einzuset- zen, die man bei der Hauptentscheidung nicht siecher entbehren kann, ist immer bedenklich". De Generaal gelooft, dat na de aanvankelijke mislukking Engeland en Frankrijk gaarne van deze avontuurlijke onderneming zouden afzien, doch dit zou hun aanzien een aanzienlijken knak geven. De schrijver wijst op de moeilijkheden van een der elijke bond genootschappelijke actie, welke altijd met veel wrijving gepaard gaat; deze wrijving wordt in casu nog grooter, doordat samenwerking tusschen zee- en landmacht gevorderd wordt. No: 79/80 geeft een duidelijk schetsje van de omstreken van Yperen. In dit No: vervolgt de Generaal von Blume zijn vorengenoemd artikel. Hij bespreekt de zware verliezen, die aan beide zijden geleden worden, zonder dat werkelijk beslissende slagen vallen. 759

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 111