Juli 1915.]
Het Voorloopig Onderzoek.
d. schriftelijke bescheiden, waarvan volgens artikel 1870, 1874
en 1875 B. W. slechts een stuks voldoende is.
III. De plaats der handeling.
Hieromtrent zij opgemerkt, dat het verschijnen van de Algemeene
Order 1904 No. 157 is noodig geweest, waaruit mag worden afge
leid. dat lang niet altijd voldoende aandacht werd geschonken aan
de plaats der handeling Zeer zeker moet de klacht, wat inhoud be
treft, zijn opgemaakt als het proces-verbaal van artikel 4 Reglement
voor de Strafvordering, doch meermalen zullen eerst uit het voor
loopig onderzoek nauwkeurige gegevens kunnen worden verkregen
omtrent de plaats der handeling.
Indien een militair een koperen kraan steeit van een filterwagen,
is het een groot verschil of die filterwagen tijdens den diefstal stond
in een magazijn of wel bij een smid ter reparatie was gegeven,
daar in 't eerste geval artikel 190 C. W. en in 't laatste artikel
297 jo 315 W. E. van toepassing is.
Evenzoo is het noodig voor't bepalen van laster, verboden verkoop
van sterken drank en spelen om geld, dat de plaats wordt uitge
maakt, aangezien dit een der criteria is respectievelijk in artikel 282
W.E.en Politie-Reglement artikel 4 punt 13 en 9.
IV. Het tijdstip der handeling.
Dat dit noodzakelijk uit het voorloopig onderzoek moet blijken,
komt al dadelijk aan 't licht bij desertie met vrijwillige terugkomst,
omdat in dit geval een eerste desertie, korter dan 4 weken, disci
plinair wordt afgedaan.
Evenzoo blijkt het noodig, als we denken aan de verjaring van
misdrijf. Zoo is bijv. het misdrijf van laster verjaard na 2 jaren volgens
artikel 295 W. E. en zijn volgens het G.B. omtrent verjaring van
schulden in artikel 4 alle boekschulden na 2 jaren verjaard en zal
de rechter den schuldeischer moeten afwijzen, indien de schulde
naar zich op de verjaring beroept.
V. Het voorwerp der handeling.
Meestal zal het gemakkelijk zijn om in het voorloopig onderzoek
het voorwerp der handeling aan te duiden. 1
674
I
