juli 1915.] De vijftien karabijnen. Dat de actie tegenover een bovenbedoelden, en dus in verre weg de meeste gevallen minderwaardigen vijand een eenigszins andere gedaante dient aan te nemen dan die tegenover een vast besloten en dappere tegenpartij is duidelijk. De kracht zit hier minder in de wapens, dan wel in de beenen en het handig ge bruik maken van het terrein en van de beschikbare krachten. Een welbekend collega, die de actie in deze streken van het begin af meemaakte en in zijn onderscheidingen de waardeering voor zijn werk vond, .gaf ons eens de volgende „leiddraad" aan: 1. Maak zooveel mogelijk gebruik van nacht en duisternis; 2. Maak zoo min mogelijk gebruik van wegen en paden; 3. Kom altijd van de zijde, van waar je niet verwacht wordt; 4. Waar de tegenpartij kan komen, kunnen wij ook komen; 5. Zorg dat je zelf en je soldaten uitstekend kunnen loopen. En wij zouden, als het vergund ware, hieraan willen toevoe gen: 6. Klem je niet al te halsstarrig vast aan die ongelukkige 15 karabijnen. We zullen dit hieronder trachten te verdedigen. In de eerste plaats zijn voor de tegenwoordige onlusten en verzetjes niet veel troepen beschikbaar, waar ook op andere plaatsen voortdurend en preventief patrouillewerk noodig blijft. Drie brigades is een maximum, twee brigades is een norm. Bovendien zou het o. i. uit een oogpunt van prestige tegenover deze tegenpartij een ongewenschte uitwerking hebben, wanneer tegenover zijn'minderwaardigheid een groote macht ontwikkeld wordt deze menschen moeten practisch leeren inzien, dat één enkele brigade tegenover hun monkey-tricks" voldoende is. Doch onder het tegenwoordige bindende voorschrift is één brigade te zeer aan banden gelegd om met resultaat en vooral, want dit is een hoofd factor: met spoedig resultaat te kunnen ageeren. Tenzij de commandant zelf die banden losser maakt, maar zich dan, in het geval van eenige verliezen en soms ook zonder dat, aan bemer kingen, onder verwijzing naar den band van vijftien, blootstelt. Er is meer. In een brigade, die immer als een klit aan elkaar hangt, loopen de Amb. (Inl.) sergeant en de korporaal vrijwel geregeld men vergeve ons de geijkte, maar teekenende uitdrukking voor spek en boonen 698

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 48