De vijftien karabijnen. [Juli 1915. mee. Zij zijn spits- en achterspits-1) commandant en de panglima zorgt voor de vivres-verdeeling. Maar van eenige ontwikkeling van zelfstandigheid, van eenig „eigen" commando is bijna nooit sprake. En juist dit kan hun ambitie en daarvan hun militaire en kader- waarde verhoogen. En hoe wordt zoo'n brigade niet aan banden gelegdVoor eventueele gevangenen moet een bivakwacht achterblijven maar dan kunnen er geen 15 karabijnen uitrukken. Er komen 2 goede berichten van verschillende zijden binnen; voor de uitvoering van ieder der daaruit ontstane opdrachten acht de brigade-commandant een halve brigade voldoende, maar dan kunnen er geen 15 karabijnen uitrukken. Dus wordt één der berichten voorloopig „opbewaard". Het terrein is zwaar en onoverzichtelijk en het loopen langs de wegen is weinig aanbevelenswaard. Nu komt een bericht binnen dat een ondeugende Toera zich ergens verscholen heeft. Maar een heele brigade in dergelijk terrein en vooral bij nacht is een niet altijd handzaam en vooral zeer geruchtelijk instrument, dat een goenoeng-opponent op een half uur afstands hoort aankomen. Doch wat aan een twintigtal of aan vijftien niet gelukt, gelukt meermalen wel aan zes: meerdere „handelbaarheid" en minder „gerucht". 2) Alleen dan'kunnen er geen 15 karabijnen uitrukken. Doch bovendien, déze vijand moet voortdurend verontrust worden, hij moet zich in geen enkele schuilplaats veilig weten, hij moet van alle zijden van en over en in z'n goenoeng kleine, vlugge patrouilles kunnen verwachten. En een brigade van 15 karabijnen kan slechts één patrouille tegelijk maken, dewelke patrouille de man van den goenoeng, rustig ergens op een tjotje gezeten, met interesse en waardeering volgt, om tijdig aan de andere, veilige zijde te verdwijnen. Doch als er overal kleine patrouilles loopen, als zoo'n brigade zich overdag in verschillende gedeelten splitst, dan zitten er geen braven uit den goenoeng op hun tjotjes, doch dan zwerven ze onrustig rond 1) Heeft men wel eens nagegaan, welk een kostelijke uitdrukking dit achter-spitsis? A. 2) Indertijd, toen Lam Meulö telkens beschoten werd, werden er patrouilles van 3 of 4 man uitgezonden naar wij meenen op last van Generaal van Daalen, die als de vader van de 15 karabijnen-order moet worden aangemerkt. 699

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 49