juli 1915.J De Verdediging van Indië.
Deze S. C. kwam voor het eerst met een systeem van verdedi
ging, dat geen lapwerk op bestaande, geheel onvoldoende en
uiterst onlogische organisaties is, maar een afgerond geheel vormt,
al komen ook daarin eenige tegenstrijdigheden voor, welke wel
uit het feit, dat in eene groote Commissie natuurlijk geene volkomen
eenstemmigheid te bereiken is, verklaard zullen moeten worden.
Daarbij was deze S. C., eenige niet-verantwoordelijke schrijvers
daargelaten, de eerste, die een inderdaad zeer aanzienlijke vermeer
dering van de uitgaven voor de defensie van Nederlandsch-lndië
niet alleen wenschelijk en noodig, maar ook mogelijk achtte.
Hierin ligt wel in de eerste plaats de beteekenis van de S.C.
van 1912/13 in de geschiedenis van de verdediging van Neder
landsch-lndië.
Er mag nu betoogd worden door allerlei financiëele specialiteiten,
dat de S.C. den toestand van de financiën, zoowel van moederland
als van Indië, te gunstig aannam het feit laat zich niet meer
wegcijferen, dat een Commissie, waarin naast drie ministers tal van
specialiteiten uit verschillende takken van bestuur zitting hadden,
eenstemmig (ook het dissentiëerend lid, Mr. A. van Gijn, kon deze
conclusie onderschrijven) eene aanzienlijke vermeerdering van de
defensieuitgaven mogelijk achtte, zonder het begrootingsevenwicht
blijvend in gevaar te brengen.
Deze conclusie blijft, wat er ook van de voorstellen van de S.C.
moge worden, en van deze conclusie zullen alle plannen om Indië
uit zijn staat van weerloosheid te verlossen, voortaan uitgaan.
Zaten wij vroeger te peuteren over eene vermeerdering met.l of 2
bataljons of met enkele schepen, ter halve grootte van die van
andere natiën, thans heeft het lapwerk, hetwelk nooit tot eenig
afdoend resultaat kon leiden, uit, thans kunnen rationeele verde
digingsstelsels opgebouwd worden, stelsels, die op logischen grond
slag berusten en resultaat beloven.
Van die stelsels heeft natuurlijk dat van de S. C. in de eerste
plaats de aandacht getrokken.
Wij schrijven het toe aan de geestdrift, gewekt door de hoop,
dat er nu eindelijk iets voor onze defensie gedaan zou worden,
wellicht gepaard aan de overweging, dat het betere de vijand is
van het goede, dat de beginselen voor de defensie, door de S. C.
opgesteld, niet meer tegenstand ontmoet hebben. Wij spraken hier-
656