Enkele kantteekeningen naar aanleiding van E's
artikel: Organisatie en Bevelvoering van
Treinafdeelingen. [Juli 1915.
Zeer juist is schrijvers opmerking op bladzijde 544 omtrent
de springmiddelen der Infanterie sterker nog, er is vrijwel niemand,
die van dit gebruik ook maar matig op de hoogte is. We hebben
een boekje en daar staat het indat is dan ook alles, wat men er
van weet.
Met wat de schrijver omtrent het gebruik van de middelen tot
het overbrengen van berichten en bevelen hoopt, kan natuurlijk
slechts worden ingestemd, intusschen zij opgemerkt, dat het mij
voorkomt, dat we veel te veel van die middelen hebben; in 't
algemeen acht ik een draadloos station voor een troepje ter sterkte
van een brigade een onding, indien de Brigade in grooter verband
optreedt. Wordt de Brigade gedetacheerd, dan kan er behoefte
aan zulk een station zijn, hetgeen dan, maar ook dan alleen, ware
toe te voegen.
Dit strijdt niet met hetgeen voren werd betoogd bij de 2de
afdeelingen G. T. der artillerie, want een batterij heeft een 2de
afdeeling G. T. altijd noodig. Een brigade heeft echter alleen bij
uitzondering een draadloos station noodig.
Telegraaf voor gebruik in de Brigades is m.i. onnoodig en verkeerd,
daar dient met de telefoon gewerkt te worden en zelfs in het
Veldlegerverband moet alleen telefoon worden aangewend.
Een telegraafafdeeling bij de Brigade kan alleen weer nut hebben,
als de Brigade gedetacheerd is en niet over een permanente lijn
beschikt, in dat uitzonderingsgeval ware een telegraafafdeeling toe
te voegen.
Mijns inziens is de geheele telegraaforganisatie veel te breed
opgezet.
Wat het economisch gebruik van de G. D., dat schrijver aanroert,
aangaat, is het mij nog steeds een raadsel, waarom in of kort achter
de gevechtslinie geneeskundig personeel geeischt wordt; heteenige
gevolg zal zijn het, zonder het minste of geringste nut, naar de
andere wereld te helpen.
1) Wij kunnen niet beoordeelen of deze beschuldiging juist is.
Red.
705