De Groote Oorlog.
[Juli 1915.
Deze daggelden komen 1.1. van Oorlog, de verlofstractementen blijven
1.1. van Koloniën en kunnen met schriftelijke machtiging uitbetaald
worden aan een daartoe aan te wijzen persoon ter plaatse, waar
uitbetaling verlangd wordt.
3 Aug. 's Morgens vroeg naar station S.S., alwaar vernomen,
dat dien dag geen treinen liepen; daarom naar station H.I|.S., waar
de mil. stationscomdt. mij mededeelde me niet verder te kunnen
doen brengen dan totAan dit station samenkomst van ettelijke
Ind. offn. waarvan er menigeen niet goed wist, hoe hij precies
zijne bestemming moest bereiken, b.v. naar Numansdorp of zoo iets.
Was den Ind. off. verlofganger bij aankomst in Nederland direct
bekend gemaakt, waarheen hij zich zou hebben te begeven bij
mobilisatie van de Ned. weermacht, dan had men van te voren
kunnen zorgen op de hoogte te zijn, hoe zijne bestemming te
bereiken. Ik vermoed dan ook wel, dat deze mobilisatie een dus
danige regeling ten gevolge zal hebben; 't zou veel uitgezoekjuist
bij mobilisatie voorkomen.
4 Aug. rijden er weer treinen der S.S. en bereik ik mijne be
stemming. Op binnenvoorerf van kazerne veel op en neer loopende
landweermannen, die echter— evenals de schildwacht bij den ingang-
weinig notitie van me nemen. Scherp was hierbij afstekend de
houding van eenige rondloopende en aardappels schillende Ma-
rechaussées, die allen behoorlijk de positie aannamen en den mili
tairen groet brachten. Zou 't er nooit zóó bij de Landweermannen
ingezeten hebben of is 't er zóó spoedig weer uitgegaan Ook
in vele andere opzichten zou er meer mil. begrip en houding in de
landweer gebracht moeten worden. Opgemerkt moet worden, dat
wij Ind. off", natuurlijk meer militairisme in den troep gewend zijn.
Met den Korpscomdt bij den Kolonel, Territorialen Bevelhebber
ingekomen, werd mij 't tactisch bevel opge
dragen van de 2 nog te achtergebleven compagnieën, de
beide andere lagen elders ter spoorbewaking.
Dat tactisch commando omvatte 't toezicht op de oefeningen en
de doorzending van alle dienststukken betreffende 't korpscommando;
men wist met mij blijkbaar geen raad
Omtrent den korten diensttijd te valt weinig te vermelden.
De landweer was ondergebracht in de kazernes van een Reg. Inf.,
dat dadelijk zijn oorlogsstandplaats elders had ingenomen en, blijkbaar
709