De Verdediging van Indië. [Juli 1915. voor van de betoovering, welke van die voorstellen uitging; welnu, in het sedert verloopen tweetal jaren zijn bondgenooten te vin den om die betoovering te breken. Zooals men weet, legt de S. C. het zwaartepunt van de verde diging geheel op de vloot. Het lijkt op het eerste gezicht ook zoo logisch de verdediging van een eilandenrijk aan de vloot toe te vertrouwen. Mits men dan ook een vloot bouwe en onderhoude, welke sterk genoeg is voor die taak! De S. C. komt echter—niettegenstaande de door haar geëischte, groote financiëele opofferingen, welke zeker het maximum vormen van hetgeen voor de defensie gegeven kan worden—tot een vloot, die veel te zwak is in vergelijking met die van andere mogendheden, welke in Azië groote belangen hebben. Het bezit van een dergelijke, onvoldoend sterke vloot geeft geene beveiliging, levert eerder een gevaar op. Wij willen trachten dit hier aan te toonen. Eene onvoldoend sterke (o. s.) vloot kan in vereeniging met vlo ten van andere rijken voldoend sterk worden. Juist! Dit zien an deren ook in en daarom vormt eene o. s. vloot, reeds in vredestijd, eene bedreiging voor andere staten. Deze weliswaar door ons niet gewilde bedreiging lokt uit of liever dwingt andere staten tot tijdige tegenmaatregelen, d. w. z. tot het gebruik maken van een gunstig oogenblik in de internationale verhoudingen om onze vloot op te ruimen, liefst verrassend (verraderlijk, als men wil), ten einde zelf geene groote verliezen te lijden. Eene o. s. vloot brengt ons daarom den oorlog, in plaats van de koloniën daar voor langer te vrijwaren. Wanneer Duitschland het vorige jaar geene vloot had bezeten, welke, hoewel zwakker dan de Britsche, door de mogelijkheid van combinatie met ïandere vloten eene bedreiging voor Albions heer schappij ter zee vormde, dan had het Britsche Rijk zich vermoedelijk— evenals in 1870—van inmenging in den oorlog onthouden. Door het bezit van zijne vloot haalde Duitschland zich een machtigen tegenstander meer op den hals. Nu is Duitschland een jong, zich snel ontwikkelend rijk, dat mark ten voor zijne industrie noodig heeft en bijgevolg door de omstan- 657

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 5