De Groote Oorlog. [Juli 1915. valler, die 't vanwege de warmte te kwaad kreeg. Omtrent 't verblijf te valt niets bijzonders te vermelden, beurtelings trok 1 sectie op, verdeeld over 3 wachten, de rest had eiken dag uitrukkenden dienst tot i 12 n.m. De plaats waar de troep bij aankomst ingekwar tierd werd, was slecht, een gedeelte gelijkvloers in een meubel fa- briekloods, 't andere daarboven op zolder met slechts 1 smalle steile trap als toegang; daarbij geen waschgelegenheid en als.nacht privaat eenige tonnetjes op zolder!! Ook met 't oog op brandgevaar werd de zolder zoo spoedig mogelijk verlaten1 sectie verhuisde naar de goederenloods van het station, de andere naar de 3e kl. wachtkamer. Ook deze legering voldeed niet en na zelf zoeken, ontdekten de off." een heel groote theaterzaal annex aan 't hotel, waar zij logeerden. Binnen één of 2 dagen was dan ook in die zaal de geheele compagnie van 250 man behoorlijk ondergebracht. Ware 't niet wenschelijk, dat reeds in tijd van vrede door offn. nagegaan werd, welke localiteiten zich in elke plaats 't meeste eigenen voor inkwartiering? Daardoor zou den Burgemeesters veel beslomme ring gespaard worden en evenzoo voor den comdt. veel heen en weer geloop en gepraat. Terwijl de dienst zeer kalm te noemen was, bewezen tal van aanschrijvingen, bepalingen, brochures enz. dat er op de verschil lende bureaux bij het Leger hard gewerkt werd. Ik memoreer slechts diverse bepalingen omtrent 't in dienst stellen van vrijwilligers; van gewezen militairen van Land-, Zeemacht en Koloniale troepen; de oprichting van voetvolk- en wielrijdersafdeelingen der vrijwillige Landstorm; in brochurevorm verstrekte gegevens betreffende 't Fransche, Duitsche, Belgische en Engelsche leger; geïllustreerde ge gevens betreffende luchtschepen en vliegtuigen, benevens gekleurde platen betreffende uniformen en destinctieven der oorlogvoerende natiën; verlofsbepalingen voor onze gemobiliseerde strijdmacht; vrijdom van briefport voor alle militairen; aanwijzingen betreffende interneering van over onze grens afgedrongen oorlogvoerenden, gewonden, enz.; vernieling van telegraaf- en telephoonlijnen, vrij vei- voer over spoor- en tramwegen van militaire verlofgangers, toekenning van een z.g. entrée de campagne ad f 50 voor alle 1 Augustus in dienst zijnde of gestelde officieren enz. Opmerkelijk waren de opvattingen omtrent verlof bij 't Nederl. Leger, vooral voor ons Ind. off"., op 't gebied van verlof zeker niet 711

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 61