De Groote Oorlog. [Juli 1915. „De St. Comdtn. hebben opdracht gekregen afschrift v/d door hen „ingediende rapporten aan den Dir. E. en V. te zenden. „Ook moet aan Off", en kader worden medegedeeld, dat zij ver plicht zijn aan een aanvraag v/e St. Comdt. om hulp tot handhaving „of herstel van orde gevolg te geven. „Indien de toestand niet verbetert, zou hoe ongaarne ook tot „meer ingrijpende maatregelen moeten worden overgegaan om a/d „wanorde, thans door mil. verlofgangers veroorzaakt, paal en perk „te stellen." Sedert ziet men dan ook op de grootere stations, zooals Amersfoort, Utrecht, Zwolle e.d., politiewachten tot handhaving van de orde. Overbodig is zulks, vooral gelet op ons volkskarakter, zeker niet. De mil. St. Comdtn. hadden van den aanvang af de beschikking over eene politiewacht moeten hebben. Verlofgangers van andere korpsen hebben ook getracht mij voor 't alternatief te stellen: of vrij vervoer öf niet afreizen! maar ik draaide 't alternatief om met te zeggen: „èf zorgen datje direct aan geld voor de terugreis komt öf je blijft maar achter, maar dan gaat er van mij een rapport naar je korps en dit is geen enkele maal behoeven te gebeuren. Twee militairen, die op 17 K. M. van mij af een relletje in den trein .tegen hoofdconducteur en op post staande geniesoldaten trachtten op touw te zetten, hadden blijkbaar ook niet gerekend ge controleerd te worden, met 10 d. provoost o/a. w/b. als eindresultaat. Hiervoren werd aangehaald de vrijdom van port van brieven, briefk" en drukwerken, aan en door militairen verzonden. Wat die zeer groo te toegeeflijkheid uitwerkte, moge blijken uit de navolgende circu laire: „Blijkens v/d Min. v. Waterstaat ontvangen schrijven wordt op „groote schaal misbruik gemaakt v/d vrijdom van briefport verleend „t/b. van militairen. „Velen ontzien zich niet den vrijdom, waarvan de strekking wel „iedereen duidelijk zal zijn, te beschouwen als middel om de door „hen te voeren correspondentie over handelszaken! kosteloos te doen „verzenden, om de posterijen zonder eenige vergoeding hunne cir culaires, prospectussen en reclamebiljetten te doen verspreiden, of „wel zij leenen zich er toe om stukken, welke derden per post wen- „schen te doen vervoeren, met de gewaarmerkte aanwijzing „mili tair" te voorzien en zoodoende portontduiking te bereiken, 7 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 63