[Juli 1915.
deeld zullen worden over de in staat van beleg verklaarde oostelijke
grensgemeenten der provinciemij wordt het toezicht in
die gemeenten opgedragen met standplaats zie de navolgende
Proclamatie.
Staat Dan Beleg.
Krachtens de Wet van 23 Mei 1899, houdende bepalingen ter
uitvoering van art. 187 der Grondwet zijn bij Kon. Besl. van
25 September 1914 No. (Staatsblad No. 463) de gemeenten
met ingang van 25 September 1914 in Staat
van Beleg verklaard.
In verband met het bovenstaande wordt:
1. door mij op grond van art. 10 der Instructie, vastgesteld bij
Kon. Besl. van 22 Januari 1904 aangewezen als de autoriteit,
die namens mij het mil. gezag uitoefent,
de Majoor der Inf. Nederl. Ind. Legerte
2. de bijzC Jere aandacht gevestigd op het navolgende:
a. „Een'' iéder is verplicht gevolg te geven aan den aanroep
„van een schildwacht of van een patrouille. Wanneer aan den
„éénmaal herhaalden aanroep geen gevolg wordt gegeven moet de
„militair van zijn vuur- of van zijn blanke wapens gebruik maken."
b. „Het is aan een ieder verboden berichten en opmerkingen
„betreffend^! mil. maatregelen, hetzij door middel van de drukpers,
„hetzij op indere wijze, bekend te maken."
3. de bevolking ernstig gewaarschuwd tegen ongeoorloofden handel
in paarden en producten waarvan de uitvoer verboden is of
alsnog nader verboden zal worden.
26 Sept. 1914.
De Terr. Bevelh. in
belast met de uitvoering van het
mil. gezag,
29 September aankomst teBeteugeling van den smok
kelhandel in artikelen, waarvan de uitvoer verboden is, is 't motief
geweest tot de in staat van beleg verklaring van alle gemeenten,
aan onze O. grens gelegen, omdat door die fraude de kans om
toch in den oorlog betrokken te worden wordt vergroot.
715