De Groote Oorlog
[Juü 1915.
betrekking, alsmede 't geven van licht- of optische seinen
een ieder blootstelt aan ernstige moeielijkheden.
Nov. 28 Verbod krachtens art. 23 der Wet van 23 Mei 1899 om
zich zonder geldige redenen te bewegen langs of op de
taluds dan wel buitenzijde van den zeedijk in de ge
meenten en bepaling, dat elk uit deze gemeenten
vertrekkend vaartuig moet voorzien zijn van een bewijs
v/d Burgemeester of v/d comdt. der grenswacht, op welk
bewijs moeten vermeld alle a/b. aanwezige personen.
Dec. 3 Verbod in alle gemeenten om zonder schriftelijke ver
gunning van den Burgemeester:
a. rogge te vermalen of te doen vermalen,
b. rogge (ook roggebrood) aan het vee te voeren of te
doen voeren,
c. rogge te vervoeren binnen de gemeente.
11 De grensgemeenten worden verboden voor Vreemdelingen
(uitgezonderd diplomatieke en consulaire agenten van
vreemde mogendheden en Belgische vluchtelingen, door
een provinciaal comité ondergebracht), tenzij voorzien
van een regelmatig buitenlandsch paspoort ingevolge de
Vreemdelingenwet.
19 Regeling van vervoer van ten uitvoer verboden levensmid
delen buiten de kom der bewoonde plaatsen en bepaling,
dat niemand meer levensmiddelen voor mensch en dier mag
opslaan dan billijkerwijs benoodigd voor levensonderhoud
of winkelnering.
21 Verordening, dat een ieder zijn paarden moet laten in
schrijven bij den Burgemeester en dat sterven, verkoop,
enz. van paarden ook geregistreerd moet worden. Vervoer
of geleiden van een paard moet steeds geschieden met
een afschrift der inschrijving. Vervoer van ten uitvoer
verboden artikelen moet voortaan gedekt door een bin-
nenlandsch paspoort.
Zooals blijkt, gaat 't, vooral in den eersten tijd, om granen en
levensmiddelen, waarvoor natuurlijk hoogere prijzen dan de normale
te krijgen warenvan oorlogswinst was men blijkbaar niet afkeerig.
Niet in alle onder mij staande grensgemeenten echter was men op
721