Juli 1915.] De Groote Oorlog. die in de practijk nog al aanleiding gaven tot moeielijkheden, omdat door hem niet voldoende rekening werd gehouden, dat de staat van beleg niet een gevolg was van bepaalden oorlogstoestand, doch alleen voortgesproten uit de wenschelijkheid met 't oog op den smokkelhandel en meerder toezicht vanwege 't neutraliteitsbeginsel en de handelingen der bevolking. 8 Dec. Voor 't eerst een voordrachtenavond tot ontspanning voor de alhier gelegerde militairen. Van de vele belangstelling in zake de verveling der militairen der grenswachten, waarover men in de dagbladen zooveel leest, wordt hier niets gemerkt. Voor de vaste garnizoenen, kantonnementen en forten wordt veel gedaan, voor mijne onderhebbende detachementen, met hunne meer primitieve legering in barakken en op zolders, grooter isolement, zwaardere wacht- en patrouilledienst (om den anderen dag) en mindere afleiding, tot nog toe niets. Zulks gaf mij aanleiding om onder aanhaling dezer minder gunstige, zij 't dan ook onvermijdelijke omstandigheden een voorstel in te dienen om de militairen der grenswachten, die slechts 1 X per 10 d. één dag of 3 d. per maand verlof mogen hebben, aan te bevelen voor 1 dag verlof om de week of 4 d. per maand, zooals de bezettingen van forten, en zulks te meer, omdat in één der aanschrijvingen uiteengezet was, dat verlof aan de militairen werd verleend, teneinde hen niet maanden lang uit hun bedrijf en hun gezin te laten en alzoo de economische gevolgen van den gemobiliseerden Staat zooveel mogelijk te beperken. Ofschoon toch aangenomen mag worden, dat zulks geldt voor alle militairen, ongeacht of zij dienen bij een grenswacht of een fort, werden er geene termen gevonden om op mijn voorstel in te gaan. Vermoedelijk is aan deze beslissing niet vreemd de vrees voor nog meer spoorvervoer van mil. verlofgangers. Dit ware m.i. te coupeeren geweest, om in gevolge mijn voorstel om de 14 d. 2 d. of ééns per maand 4 d. verlof te geven, waardoor dan 't heen en weer reizen der fortbewoners met 50% ware verminderd (gaan thans 4 X per maand met verlof) en dat der overige troepen met 33 (gaan thans 3 X per maand met verlof). Over 't knoeien der militairen met militaire vrij biljetten wordt vanwege de spoor wegmaatschappijen ook nog steeds geklaagd; dit heeft geleid tot de bepaling, dat met ingang van 1 Jan. 1915 de vrijbiljetten voor de mindere militairen en de vacantiekaarten voor de zelf 726

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 76