Juli 1915.] Tactische oefening op de kaart. 3e serie.
opdragen. U4 Peloton Cavalerie kan bovendien, althans zoo lang
de voeling met den vijand nog niet is verkregen, voor den veilig
heidsdienst in front voldoende worden genoemd.
b. De afstanden tusschen de voorhoede-Cavalerie en de Infanterie
Spits en van deze tot den Voortroep zijn niet genoemd. De be
treffende bepalingen in ons V. V. geven daaromtrent uitsluitsel.
Reden om andere getallen te geven bestaan niet.
Wèl daarentegen werd de afstand tusschen Voor-en Hoofdlroep
genoemd. Dit geschiedde alléén om aan te duiden, dat deze afstand
onafhankelijk is van de plaats van den Brigade-Staf c.s. in de
colonne.
c. Omtrent de Infanterie-Spits is alleen vastgesteld, dat zij bestaat
uit 1 Sectie van het le Bataljon. Van zelf volgt daaruit, dat de
Commdt. van dit Bataljon, (dus de Voortroep-Commandant) haar
aanwijst. (Ons V.V. spreekt ervan, dat de Voorhoede zich splitst
in enz. p. 67(1). Deze redactie is minder juist. De Voor
hoede splitst zich niet; elke afdeeling beveiligt zich door het uit
zenden van eene kleinere afdeeling).
d. De marschorde van den Voortroep is niet aangegeven. Dit
behoort te geschieden door den Commandant van den Voortroep.
e. In afwijking van het meermalen gevolgde systeem, dat de
Voorhoede-Commandant aan het hoofd van den Hoofdtroep mar
cheert, bevindt de Voorhoede Commandant zich hier aan den staart
van den Voortroep. Aan deze plaats zijn de voordeelen verbonden,
dat de berichten hem spoediger bereiken; dat de voorhoede-Com
mandant, voor het nemen van besluiten ten aanzien van den Hoofd
troep, c.q. tijd heeft, totdat de Hoofdtroep hem heeft bereikt; dat
bij het ontvangen van berichten de marsch van den Hoofdtroep
niet wordt gehinderd; ten slotte, dat de Voorhoede-Commandant
zich reeds van den aanvang af meer vooraan in de colonne bevindt.
Het nadeel, dat de Voorhoede-Commandant wellicht geneigd is
zich met de handelingen van den Commandant van den Voortroep
te bemoeien, is gering, [aangezien deze laatste zich als regel aan
het hoofd van den Voortroep bevindt.
2. Maatregelen, c.q. bevelen van den Voorhoede-Commandant.
Op het oogenblik van ontvangst van het bevel om de voorge
nomen rust van de Hoofdmacht te beveiligen, heeft de Inf. Spits ten
naastenbij de Tji Taroembrug bereikt, is het hoofd van den
Voortroep juist den West-rand van kampoeng Tagok gepasseerd,
marcheert het hoofd van den Hoofdtroep kampoeng Kiara (West van
Paal 24) binnen, en zal het hoofd van de Hoofdmacht zich tusschen
Paal 21 en 22 bevinden.
De Voorhoede-Commandant weet uit de gegevens van de kaart
dat de vijand, om Radjamandala te bereiken, de moeilijk te over
schrijden Tji Taroem moet passeeren. Door afsluiting van de brug-
764