Bet Voorloopig Onderzoek. Herhaaldelijk blijkt, dat, vooral door jongeren, niet begrepen wordt, wat eigenlijk met een voorloopig onderzoek bedoeld en beoogd wordt. Toch kan er m.i. niet voldoende de nadruk op worden gelegd, dat een voorloopig onderzoek niet nauwkeurig genoeg kan zijn, want juist door zijn nauwkeurigheid beantwoordt het aan het doel, dat de wetgever er mee beoogt. Dikwijls worden met een voorloopig onderzoek verward: a. onderzoeken naar identiteit en oorzaken bij vermissing en desertie, bedoeld in de Algemeene Order 1905 No. 82 sub 111 en 1910 No. 17 sub B., en b. ingewikkelde disciplinaire zaken, bedoeld in Algemeene Order 1901 No. 70. De sub a genoemde onderzoeken hebben toch enkel ten doel om vast te stellen of een zich aangemeld hebbende of opgevat zijnde vermiste of deserteur werkelijk vóór dien de militair die en die was, en of er termen zijn, die hem in aanmerking brengen om niet zijn reeds verschenen diensttijd voor 't berekenen van pensioen enz. buiten werking te stellen. Eerst wanneer vorengenoemd onderzoek heeft plaats gehad, 's mans identiteit is vastgesteld en hij weer in de sterkte is terug gevoerd, komt er sprake van een voorloopig onderzoek. De onder sub b bedoelde gevallen bepalen zich tot disciplinaire vergrijpen, waarbij door leugens, verzwijgingen enz. de zaak zoo ingewikkeld wordt, dat het den strafoplegger moeilijk valt om dadelijk de straf naar billijkheid te kunnen toemeten en de tijd hem ontbreekt om zelf een uitgebreider onderzoek in te stellen. Noch die onder sub a, noch die onder sub b moeten echter gerangschikt worden onder voorloopige onderzoeken. Een voorloopig onderzoek ontleent zijn bestaan aan artikel 8 R.L., welk artikel aangeeft, dat de Korpscommandant de zaak zal onder zoeken, n.l. het geordonneerd arrest, waarbij al of niet een klacht wordt ingediend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 13