juli 1915.]
Het Voorloopig Onderzoek.
De naam is waarschijnlijk ontleend aan artikel 66 Reglement op
de Strafvordering, waarin duidelijk uitkomt, dat het onderzoek bij
den tweeden titel van dat Reglement wordt genoemd een voor
loopig onderzoek en dat dit wordt gehouden bij elk misdrijf, waar
van de bedrijver niet op heeterdaad is betrapt.
Is de zaak van dien aard, dat de Korpscommandant niet staande
het rapport kan beslissen of er een disciplinair vergrijp of in 't
geheel geen vergrijp gepleegd is dan wel eene waarover de krijgs
raad te beslissen heeft, dan zal hij een commissie benoemen tot het
houden van een onderzoek om hem op deze wijze voor te lichten
en zie daar een voorloopig onderzoek.
Dat dit onderzoek, hetwelk dus feitelijk bij artikel 8 R.L. aan
den Korpscommandant is opgedragen, doch door hem om allerlei
redenen aan een commissie wordt geëndosseerd, schriftelijk moet
zijn, is niet alleen wenschelijk, doch noodzakelijk. In de wet staat
niet, dat het schriftelijk moet zijn, doch er staat evenmin, dat het
niet schriftelijk mag zijn.
De noodzakelijkheid tot het houden van een schriftelijk onderzoek
komt duidelijk aan 't licht, als blijkt, dat artikel 11 R.L. van toe
passing is en er derhalve een vergrijp bestaat, waarover naar het
oordeel van den Korpscommandant de krijgsraad moet beslissen
en de Plaatselijke Commandant het hiermede eens is.
Nu schrijft wel is waar de wet voor in artikel 19 R.L., dat de be
klaagde door den Plaatselijken Commandant naar den krijgsraad zal
worden verwezen, als hij van meening is, dat over de zaak door
den krijgsraad moet worden erkend, doch het Legerbestuur heeft
het noodig gevonden in Algemeene Order 1890 No. 64 te bepalen,
dat, alvorens hiertoe over te gaan, de Plaatselijke Commandant het
advies zal inwinnen van den Auditeur-Militair.
Hierdoor is dus een schriftelijk onderzoek noodig geworden, want
hoe zal dat advies ingewonnen kunnen worden bij den elders wonen
den Auditeur-Militair, als niet een tot in onderdeelen juist relaas
van het gebeurde kan worden aangeboden bij het verzoek om advies?
Omdat echter van te voren niet vastgesteld kan worden of de zaak
valt onder artikel 9, 10 of 11 R.L., moet derhalve wel bij elke
dubieuse zaak een schriftelijk onderzoek worden gehouden; hierdoor
toch wordt het voordeel verkregen, dat de zaak slechts eenmaal
behoeft te worden onderzocht,
666