De Groofe Oorlog»
mobilisatie-Dagboek uan een Indisch BooidoHicier
in Dederiand.
1 Juli 1914 met verlof in den Haag aangekomen zijnde, gewerd
mij op 29 Juli evenals alle andere Ind. mil. verlofgangers vanwege
't Dept. v. Kol. de schriftelijke mededeeling, dat 't—in verband
met de spanning in Europa—niet onmogelijk was, dat wij a la suite
van de Kol. Reserve zouden worden gevoerd om dienst h. t. 1. te
verrichten, dan wel onverwijld naar Indië terug te keeren.
Deze laatste clausule vooral bracht ontsteltenis in menig verlof-
gangersbestaan in 't welbekende Duinoord.
1 Augustus (le mobilisatiedag) gewerd ons de schriftelijke mede
deeling van bovengenoemd Departement, dat krachtens Kon. Besl.
van 1 Aug. 1914 No. 106, bij beschikking van den Min. v. Kol. van
dienzelfden datum afd. C2 No. lbis het ons verleend verlof naar
Europa werd afgebroken en wij gevoerd werden a la suite van de
Kol. Res. In afwachting van de nader aan te wijzen bestemming
was men gehouden in Nederland te verblijven, dan wel—buitenslands
zijnde dadelijk naar Nederland terug te keeren en van zijn adres
onverwijld schriftelijk kennis te geven aan bovenvermelde afd. van
het Dep. v. Kol. en aan den Comdt. der Kol. Res. te Nijmegen.
Zondag 2 Augustus 4 u.n.m. kwam die nader aan te wijzen
bestemming in den vorm van een dringend telegram, waarbij mij
werd opgedragen mij onverwijld te meiden bij den Comdt. van een
Landw. Bat. te met mededeeling, dat onze geldelijke positie
nader geregeld zou worden.
Die regeling volgde den anderen morgen en zal er wel toe bijge
dragen hebben om alle mil. verlofgangers met hunne oproeping te
verzoenen, want de toegekende daggelden boven het gewone
verlofstractement— van 8 voor een subaltern- en 10 voor een
hoofdoff. (op de plaats hunner inwoning blijvende, de helft van
die bedragen) kan niet anders dan zeer royaal genoemd worden.
708