Overzicht van de Militie - Voorstellen. Aug. 1915.] Buitendien is bij die bataljons van 1000 man de voor ons Leger aangenomen normale verhouding tusschen de landaarden (Euro peanen, Amboineezen, Inlanders =1:1:2) weder hersteld, welke door het groote incompleet aan Europeanen den laatsten tijd te loor was gegaan. Voorts worden de miliciens bestemd om lacunes in de bestaande organisatie aan te vullen. De vestingartillerie, die evenzeer als de Infanterie onder tekort aan Europeanen gebukt gaat en die buiten dien eene te bekrompen formatie heeft, krijgt 300 Europeesche en 3i 0 Inlandsche miliciens, d. i., het verloop in aanmerking genomen, 30 Europeanen en 30 Inlanders van elke jaarklasse. 9 Inlandsche dienstplichtigen per jaar versterken de wielrijdersaf- deeling bij mobilisatie met 100 man, 15 per jaar bij de mitrailleur- afdeelingen leveren deze het thans ontbrekend 150-tal geleiders. De trein, die thans door het gebrek aan reservisten eigenlijk niet goed te mobiliseeren is, krijgt met eene jaarklasse van 200 miliciens ruim 2200 geoefende treinsoldaten, terwijl 36 man per jaar bij mobilisatie den geneeskundigen dienst 400 geoefende zieken dragers verschaffen. Men zal zich op het eerste gezicht wellicht verwonderen over dit versnipperen van de dienstplichtigen over verschillende wapens en diensten. Dit heeft echter o.m. het voordeel, dat uitgaven voor bijbou wing van kampementen zooveel mogelijk worden vermeden, aange zien in de bestaande kampementen wel hier en daar wat ruimte over is. Er is nu berekend, dat algemeene dienstplicht voor Europeanen op Java zal leveren een jaarlijksch contingent van geschikten voor den gewapenden dienst van £80 man welk getal aangroeit met de toename van bevolking, welke de laatste jaren, wat de Europeanen betreft, aanzienlijk is geweest. Aangezien er sedert 1905 geene volkstelling is gehouden, zijn de berekeningen ten deele op vermoedens gebaseerd. Het resultaat is, dat aan Europeesche dienstplichtigen zouden beschikbaar komen in het: lste jaar 582 2de jaar 1146 (1) 13 0/o van de mannelijke bevolking. Zie: W. R. de Greve, het Rap port van de Staatscommissie voor de verdediging van Nederlandsch-Indië. 866

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 116