Aug. 1915.] Overzicht van de Militie-Voorstellen.
d. de leerlingen van de opleidingsscholen voor Inlandsche artsen
en veeartsen, van de Inlandsche Rechtsschool, de Middelbare
Landbouwschool en de Cultuurschool.
4. De sterkte van de contingenten der Menadoneesche en der
Inlandsche militie worden elk jaar door den Gouverneur-Generaal
bepaald, doch zal hoogstens respectievelijk 600 en 1500 man
bedragen.
5. Behalve een zeer beperkt aantal categorieën ambtenaren en
beambten, die in oorlogstijd niet gemist kunnen worden, wordt
niemand vrijgesteld, behalve voorloopig de Europeanen op de
Buitenbezittingen.
6. Aan gezinnen, welke hulpbehoevend zouden worden door de
opkomst van den kostwinner, wordt schadeloosstelling uitgekeerd.
II. Inschrijving enz.
1. De inschrijvingen geschieden in het 18de levensjaar van de
weerplichtigen in door de Hoofden van Plaatselijk Bestuur aan
te leggen weerplichtregisters.
Bij vertrek ter vestiging op eene plaats, waar nog geen militie
voor den betrekkelijken landaard bestaat, wordt men tijdelijk van
zijn dienstplicht ontheven, doch blijft in de weerplichtregisters
vermeld.
2. De leeftijd der Menadoneesche weerplichtige ingezetenen wordt
vastgesteld op de registratie-passen, welke zij op ongeveer 16-
jarigen leeftijd ontvangen.
3. De Directeur van Onderwijs verstrekt jaarlijks opgaven van de
Inlanders van dienstplichtigen leeftijd, die bovengenoemde scholen
bezoeken of het kleinambtenaarsexamen aflegden.
Bij onzekerheid omtrent den leeftijd van Inlanders op Java
beslissen de Hoofden van Plaatselijk Bestuur.
4. Tegen de inschrijving kan binnen een vast te stellen termijn
gereclameerd worden bij de hoogere autoriteit.
5. Java en Madoera worden verdeeld in 4 weerplichtdistrictenvoor
elk daarvan en voor de Minahasa wordt een weerplichtcommissaris
benoemd, wiens werkkring grootendeels overeenkomt met die
van den militie-commissaris in Nederland.
Hij zorgt voor de geneeskundige keuring en voor de loting bij
Menadoneezen en Inlanders, wanneer zich van die dienstplich-
870