Aug. 1915.] Overzicht van de Militie-Voorstellen. Degenen, die reeds een eersten oefeningstijd doorliepen bij het Nederlandsche of bij het Indische Leger, behoeven dit niet nogmaals te doen. 3. De eerste oefening heeft—ook voor de Menadoneezen-plaats bij de weerplichtbataljons op Java, voor zooveel de bij de infanterie ingedeelden betreft. De miliciens voor de vestingartillerie worden geoefend bij het bataljon vestingartillerie te Weltevreden, de overigen bij de verschillende wapens en diensten, waarbij zij worden ingedeeld. 4. De weerplichtbataljons zijn gelegerd te Buitenzorg, Bandoeng, Magelang en Malang. Zij worden geëncadreerd door de officieren en het kader van de op te heffen veldbataljons. Buitendien krijgt elke weerplicht- compagnie 20 fuseliers van den eigen landaard uit het staande leger, die afzonderlijk gehuisvest worden." De Europeesche, Menadoneesche en Inlandsche weerplichtcom- pagnieën zullen aldus respectievelijk 135, 90 en 90recruten tellen. 5. Voor herhalingsoefeningen worden de Europeesche en de In landsche dienstplichtigen eens in de 3 jaren, dus totaal 4 maal telkens voor 16 dagen opgeroepen, de Menadoneesche in het geheel slechts 2 maal, telkens voor één maand. De Europeesche en de Inlandsche miliciens van de infanterie, ook die van de landweer, maken de herhalingsoefeningen mede bij de veldbataljons, dus niet bij de weerplichtbataljons, daar •deze anders eene abnormaal groote sterkte zouden krijgen. Miliciens, ingedeeld bij tijdelijk op de Buitenbezittingen gele gerde veldbataljons, verrichten de herhalingsoefeningen bij de op Java gelegerde veldbataljons. De Menadoneesche miliciens, bij mobilisatie bestemd voorde veldbataljons op Java, verrichten echter de herhalingsoefeningen bij eene in de Minahassa op te richten weerplichtcompagnie. De opkomst wordt zoodanig geregeld, dat deze compagnie telkens hoogstens +200 man telt. Daar de herhalingsoefeningen voor de Menadoneezen 1 maand duren en elk jaar 2 lichtingen daartoe opkomen, telt die weerplichtcompagnie elk jaar gedurende 3 maanden miliciensofficieren en kader dienen dus gedurende die periode elk jaar van Java gedetacheerd te worden. 872

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 122