Overzicht van de Militie-Voorstellen.
[Aug. 1915.
Ten behoeve van de weerplichtcompagnie in de Minahassa zal
een eenvoudig oefeningskamp moeten worden gebouwd.
6. Na 8 jaren gaan de miliciens der infanterie over bij de landweer.
De herhalingsoefeningen van de Europeesche en Inlandsche land-
weerplichtigen worden eveneens bij de veldbataljons op Java ge
houden.
De Menadoneesche landweer verricht geen herhalingsoefeningen
en is bij mobilisatie bestemd voor de verdediging van het eigen
gewest.
7. De 5 Europeesche landweerlichtingen hebben te zamen eene
sterkte van 2350 man, of, op 6% non-valeurs rekenende, van
2200 man, welke tot 10 landweercompagnieën zouden kunnen
worden saamgevoegd. In verband met de voor de Europeesche
landweer weggelegde secundaire taak komt het niet noodig voor
deze compagnieën tot hoogere verbanden te vereenigen.
De 5 Inlandsche landweerlichtingen hebben te zamen cene sterk
te van 2860 man, of, op 10 °/0 non-valeurs rekenende, van
2550 man, welke tot 10 landweercompagnieën zouden kunnen wor
den saamgevoegd. Voorloopig zou met deze indeeling kunnen
worden volstaan, terwijl dan nader zal„kunnen worden overwogen
of voldoende reserveofficieren beschikbaar zijn om deze compa
gnieën in bataljons-verbanden te vereenigen.
8. Bij mobilisatie worden de Europeesche en de Inlandsche miliciens
ingedeeld bij de korpsen en diensten van het Leger te velde,
waarvoor zij zijn bestemd.
De nog onvoldoend geoefenden worden ter verdere opleiding
opgezonden naar de alsdan te Bandoeng op te richten 2 Europee
sche en 2 Inlandsche weerplicht-depöt-compagnieën, het depot der
vestingartillerie, het depot van den trein of naar het militair hospi
taal te Tjimahi.
De Menadoneesche militie wordt, voor zoover zij op het oogen-
blik van mobilisatie niet reeds voor eerste oefening op Java aan
wezig is, met den meesten spoed derwaarts overgevoerd en inge
deeld bij het Leger te velde, de nog onvoldoend geoefenden worden
dan ter verdere opleiding opgezonden naar twee c.q. te Bandoeng
op te richten Menadoneesche weerplicht-depót-compagnieën.
9. Bij mobilisatie worden
a. de Europeesche landweercompagnieën, op de wijze als nader
873