Overzicht van de Militie - Voorstellen.
Aug. 1915.]
zal worden bepaald en voor zoover als noodig wordt geoordeeld,
over verschillende gewesten verdeeld en ter beschikking gesteld
van de Hoofden van gewestelijk Bestuur tot handhaving van de
inwendige rust en orde. Overigens blijven zij beschikbaar voor
het verrichten van secundaire diensten ten behoeve van de ver
dediging;
b. de Inlandsche landweercompagnieën te Bandoeng vereenigd,
alwaar zij voorloopig als algemeene reserve beschikbaar blijven
c. de Menadoneesche landweer en de in de Minahassa verblijvende
Menadoneesche miliciens, die Java bij mobilisatie niet kunnen
bereiken, vereenigd bij de weerplichtcompagnie aldaar en gebezigd
voor de plaatselijke verdediging van het gewest.
10. Het reservekader en de weerplichtigen op de Buitenbezittingen,
die voorwaardelijk zijn vrijgesteld van persoonlijken gewapenden
of ongewapenden dienst, doch reeds een eersten oefeningstijd
doorliepen in Nederland of in Nederlandsch-Indië, kunnen in oor
logstijd of bij oorlogsgevaar door den Gouverneur-Generaal wor
den opgeroepen voor den persoonlijken gewapenden dienst.
In vredestijd zijn zij vrijgesteld van oefeningen.
Op die plaatsen in de Buitenbezittingen, waar Schutterijen zijn
opgericht, worden alle weerplichtigen, die voorwaardelijk zijn
vrijgesteld van persoonlijken dienst, bij de Schutterij ingedeeld,
voorzoover zij daarvan niet zijn vrijgesteld op grond van de
betrekkelijke Reglementen.
11. Kadervorming.
De weerplichtigen worden op overeenkomstige wijze als in Ne
derland in de gelegenheid gesteld tot het bereiken van bepaalde
rangen, ook van officiersrangen.
Voor zoover zich van de lichting geen voldoend aantal geschikte
personen aanmeldt om tot een rang te worden opgeleid, kunnen
ingelijfden voor den persoonlijken gewapenden dienst naar nader
vast te stellen regelen daartoe worden aangewezen, dus kaderplicht.
12. Soldijen en verpleging.
De Europeesche, de Inlandsche en de ontwikkelde Menadoneesche
weerplichtigen (zie punt 2) genieten gedurende den tijd, dien zij
onder de wapenen zijn, dezelfde inkomsten en dezelfde verpleging
als hunne Europeesche ranggenooten bij het staande Leger, doch
worden gevoed als hunne ranggenooten van den eigen landaard.
874