Aug. 1915.) Overzicht van de Militie-Voorstellen. Wat Het opleggen van militie-plicht aan de ontwikkelde Inlanders betreft, juist deze krijgen bij de instelling van een kolonialen Raad, volgens het bij de Kamer aanhangige wetsontwerp, medezegging schap in het bestuur van Ned. Indië, al is het voorloopig slechts op beperkte schaal; zoo wordt hun ook slechts beperkte dienstplicht opgelegd. Militie-plicht alleen voor de ontwikkelde Inlanders is dan ook te beschouwen als het opleggen van een plicht na het verleenen van politieke rechten, dus eigenlijk als de openlijke erkenning van po litieke rijpheid. Uit een militair oogpunt is buitendien voor de Inlanders slechts militie-plicht voor ontwikkelden mogelijk, wil men niet in een zeer langen oefeningstijd vervallen, daar de eenvoudige desa-bewoner niet in korten tijd in een eenigszins bruikbaar soldaat om te vor men is. Het is in ons Leger een algemeen bekend feit, dat de In- landsche soldaat-uitzonderingen daargelaten—eigenlijk eerst in zijn tweede verband, dus na zes jaren dienst, goed wordt. Indenlaat- sten tijd zijn er wel op dien regel hoe langer hoe meer uitzonderingen, maar zij blijft toch nog juist. In de tweede plaats hield de opdracht in, dat de militie niets mocht kosten. Deze beperking zal in officierskringen, waar—beter dan elders, vooral sedert Augustus van verleden jaar—wordt ingezien wat de re sultaten zijn van de gebruikelijke, vèrgedreven zuinigheid tegenover de eischen der landsverdediging, de onderwerpelijke voorstellen licht met eenigen wrevel doen ontvangen. Ten onrechte, naar wij mee- nen, aangezien verhooging van de uitgaven voor het Leger, nog afgezien van den huidigen toestand van 's Lands financiën, niet verantwoord moet worden geacht, zoo lang nog niet in beginsel is vastgesteld of het zwaartepunt van de verdediging van Indië ter zee of te land zal worden gelegd. Aangezien echter ook in het eerste geval de hulp van het Leger niet in die mate zal kunnen worden ontbeerd als de Staatscommissie toelaatbaar achtte, zal ook door de vlootenthousiasten eene versterking van het Leger, die de uitgaven niet doet toenemen, kunnen worden toegejuicht. De versterking van het Leger is belangrijk; niet alleen wordt de infanterie 'nagenoeg verdubbeld in sterkte, maar tevens wordt een deel van de lacunes in de organisatie van ons Leger aangevuld, lacunes, 876

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 126