Er is nog een I.V.! [Aug. 1915. Ik heb hier buiten herhaaldelijk opgemerkt—en niet alleen door het gesputter van collega's—dat dikwijls als aanvulling van Java óf ouden van dagen óf prille en grasgroene jeugd arriveeren. En daarvan zijn meestal de eersten niet méér, de laatsten nog niet te gebruiken. Op een buitenpost heb ik eens een factuurtje zien aankomen, dat me levendig aan een marche funèbre deed denken en dat per keerende posten binnen korten tijd grootendeels als „ongeschikt" geëvacueerd moest worden. En ik zal ook niet spoedig het volgende vergeten. Eén van m'n compagniescommandanten verbaasde zich er over, dat hij reeds geruimen tijd geen signaal meer had hooren blazen. Hij liet den hoornblazer, die in z'n vrijen tijd alleszins verdienstelijk de dwangarbeiders dirigeerde, roepen en toen bekende die brave, dat onlangs z'n laatste tanden in ouderdomszwakte waren uitgevallen en dat daarom de blazerij niet meer lukte! En een paar dagen later bracht een brigade-commandant een uitvaller met „kaki lembeq"— bij 't onderzoek bleek de stumper grijs als een duif en bezig aan z'n twee-en-twintigste dienstjaar! Nu „kleuren" deze beide gevallen iet of wat sterk en dus zijn ze ook natuurlijk als illustratie benut—maar het is een feit, dat veel te veel ouden van dagen patrouillewerk in zwaar terrein moeten verrichten en daardoor aan inspanningen en ontberingen blootgesteld worden, waartegen hun minder spankrachtig en ver sleten physiek niet meer is opgewassen. Want werkelijk en goed patrouilleeren in zwaar terrein, eenige actie tegen een inl. vijand stelt hoogere eischen aan het physiek van den man dan de dienst op Java. Zelfs al staat die dienst in het teeken van „La victoire est aux armées qui manoeuvrent". Aan den anderen kant: ook de dartele jeugd is hier niet geheel op haar plaats. En hiermede kom ik geleidelijk tot m'n bescheiden bezwaren tegen de opleiding èf tegen de geringe selectie bij de werving. Dat kan natuurlijk van hieruit niet beoordeeld worden, waar hier alleen de resultaten naar buiten treden. Een illustratie ter inleiding. Korten tijd geleden was er hier ergens verzet te wachten. En met het oog daarop werd een stevige brigade gevormd. Behoorlijk kader, een viertal goede Amboineezen, een stuk of wat ingeloopen Kromo 's en de rest jonge, uiterlijk krachtige en eerst onlangs als 775

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 13