Nogmaals: Kromo Buiten.
[Aug. 1915.
Het gevolg 2, zegge twee dagen later, waren de beide jonge Am-
boineezen omgedraaid als het blad van een boom en ik kon hen
al heel spoedig onder de beste soldaten rekenen. Bij de Javanen
was het resultaat volkomen nihil, ja zelfs negatief, vermits één der
promotors zelf het gilde der achterblijvers ging vermeerderen. Maar.
toén kwam de tandoe, de tandoe gepikold door dwangarbeiders
dwars door het terrein, met als dekking de hevigste lamlendigen, die
ergo dagelijks eenige uren later in het bivak kwamen, toén was het
inspectie en nogeens inspectie, met straf en nogeens straf, toén werden
de heeren aangepakt en toén was het een week later uit Doch
niet dank zij eergevoel en ambitie, doch zuiver en alleen uit vrees
voor straf en soesah. En dit was niet m'n eerste gelijksoortige
ervaring.
Ik heb betoogd, dat de Javaansche soldaat tegenover een I.V. niet
kan schieten en dit in het algemeen door z'n zenuwachtigheid
en bangheid tegenover plotselinge gevechtsmomenten ook nooit
zal leeren. Hij mag in het garnizoen misschien de beste uitkomsten
bereiken, een goed gevechtsschutter wordt hij m.i. nooit. Maar de
Amboinees en vooral de Menadonees, mits eveneens onder vuur-
discipline gehouden, zijn wel gevechtsschutters.
In September 1914 werden bij een actie door vuur neergelegd
20 en gewond eveneens 20. Waar in het begin, vóór ik de
menschen kende, ook de Javanen nu en dan schoten (één Soenda-
nees anak kolong—is steeds bij de spits en dus bij de schutters
gebleven) zijn door Amboineezen en Javanen ongeveer evenveel
patronen verschoten. Aangezien de verliezen toegebracht werden
gedurende anderhalve maand en omdat het kleine benden betrof,
bij 1, 2 of 3 gerekend moesten worden (de grootste „klap" was
4 dooden), terwijl er nimmer door de geheele brigade, doch steeds
door enkelen geschoten werd, kon ik vrij nauwkeurig nagaan, wie
het raakschot afgaf. Door de Javanen zijn neergelegd: 1, gewond
2; de rest door de Amboineezen.
Gedurende Mei 1915 werden door een brigade tegenover den
I. V. bij 9 kleine ontmoetingen verschoten 64 patronen, alle door
de spits, bestaande uit 1 Men. sergt., 1 Amb. en 1 Men. fus., be
nevens 2 goede Madoereesche fuseliers. Neergelegd werden 10,