Nogmaals: Kromo Buiten.
Aug. 1915.]
doodelijk gewond 2 (later overleden), gewond ongeveer 6. De
2 Madoereezen en ik heb dit zeer nauwkeurig kunnen nagaan
maakten 2 gewonden, de rest kwam voor rekening der Amboineezen.
In cijfers en procenten uitgedrukt zijn deze schietuitkomsten
(vrijwel geheel „staande en uit de vrije hand" en op een bewegende
schijf) niet bepaald onbevredigend, bovendien in aanmerking nemen
de, dat deze schutters nog nimmer tevoren met een karabijn ge
schoten hadden.
In Juni 1915 gaf een halve brigade, geheel uit Javanen bestaande,
op 300 M. vuur op een duidelijk zichtbare bende van 10 man, die
man achter man over een smal paadje aan de overzijde van een
ravijn liep. Verschoten40 patronengeraaktniets. Aangeteekend
zij, dat de commandant hier mijn orders betreffende het schieten
niet opvolgde—en zijn fout niet duidelijker geillustreerd had kunnen
wenschen
Ik wil hierbij aanteekenen, dat vooral in het O. van den archi
pel, op vele eilanden, klewang-werk vrijwel uitgesloten blijft, èn
door het terrein èn door de vechtwijze van den tegenstander. En
dan moet de man kunnen schieten. En ik meen hierboven met
eenige cijfers aangetoond te hebben, dat de Amboinees en vooral
die pracht-soldaat, de Menadonees, wel degelijk kan of kan leeren
schieten, mits men hem onder strenge vuurdiscipline houdt. En
dat de Javaan het niet kan.
Wat het in den steek laten van hun commandant betreft, het
volgende. Het voorbeeld van den heer v. Ardenne staat in de
geschiedenis der acties niet alleen. Integendeel. Hoeveel officieren
en onderofficieren zijn er reeds niet door hun Javanen op 't beslis
sende oogenblik in den steek gelaten? En niet, omdat Kromo „het
land" aan zijn meerdere had, maar wel, omdat hij gebrek aan
moed en een surplus aan zenuwachtigheid op het beslissende
moment bezat. En er mogen enkele voorbeelden zijn, dat ook
Amboineezen gebrek aan moed hebben getoond—die voorbeelden
zijn niet vele. Want de Amboinees is een soldaat in z'n hart—de
Javaan niet. Het geheele Javaansche karakter is nog altijd bein-
vloed door eeuwen van onderdrukking en serviliteit en slaafsch-
heid tegenover zijn meerderen. In alle bescheidenheid geloof ik
788