Nogmaals: Kromo Buiten. Aug. 1915 J de rimboe intrekt Kromo materieel volstrekt z'n tenachterstelling bij den Amboinees niet dag in, dag uit merkt. Hij krijgt precies hetzelfde eten, hij krijgt-althans ik heb dit steeds probeeren toe te passen - hetzelfde voorschot, hij krijgt, als hij ziek is, precies dezelfde ziekenkost, wanneer de fondsjes het toelaten krijgt hij hetzelfde aandeel in passar-artikelen e.d.; als er geslacht wordt, krijgen de niet-varkensvleescheters een geit - werkelijk tijdens een lang durige patrouille of een actie merkt Kromo van die tenachter stelling niets. Alleen sluit natuurlijk de financiëele afrekening bij thuiskomst voor den Amboinees met een heel wat hooger saldo. En dit systeem als zoodanig vindt, en niet ten onrechte, vele bestrijders, hoewel ik aan de andere zijde ook wel voel voor het betoog, dat de meerdere en vooral vruchtbaarder arbeidsprestatie, economisch gesproken, ook een hooger loon mag eischen. Het is alleen de vraag of de wijze, waarop die staathuishoudkundige waarheid in het leger thans wordt toegepast de juiste en vooral een billijke is. Het is niet aan mij om dit te beoordeelen. Men zou, dit zij hier even aangegeven, zuiver redeneerende dan niet alleen voor Amboinees en Javaan (of inlander), maar ook weer voor Amboinees en Europeaan een zelfde financieële betalingsbasis moeten scheppen. Want Amboinees en Europeaan zijn ook beiden soldaat en van beiden wordt ook hetzelfde gevraagd. M.i. moet men de zaak ook eens van deze zijde beschouwen. Ik ben werkelijk geen voorstander van Christanisatie, doch om nu de betere voorwaarden, de bevoorrechting van den Amboinees toe te schrijven aan zijn Christendom, dat lijkt me toch, op z'n zachtst gesproken, ganschelijk er naast. Rottineezen en Savoeneezen zijn ook voor een groot deel Christenen, doch een Christen-Rottinees wordt als soldaat toch ook onder de inlanders gerangschikt en als zoodanig bezoldigd? Dat de heer Schmidt zulke gunstige ervaringen opdeed met Javanen, is misschien ook eenigszins het gevolg van het feit, dat bij de maréchaussée de méér uitgelezen Javanen werden geplaatst. Een dergelijke selectie wordt bij de gewone brigades niet toegepast- en ik heb bijna steeds in iedere brigade tenminste één bruikbaren Ja- vaanschen soldaat aangetroffen. Meestal zelfs meerik meen te heb ben geschreven 10%. Maar die 90 °/0 anderen.1 792

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 30