Grensschieten met G. K.—T. [Aug. 1915. de B. C. zooals later bleek volgens de schietregels punt 28 goed was ingeschoten en ook de springpunten op de juiste hoogte vielen, de banen zoowel als de springpunten nagenoeg alle plus waren bij vuren op een ongedekt doel en dus de uitwerking nihil zou zijn. Terloops dient hier een groot nadeel van de indirecte waarne ming onder de oogen te worden gezien, n.l. dat, wanneer een vuur eenmaal foutief is, de B.C. daar slechts zeer zelden achter komt. Immers de waarnemers worden al afgedankt, de één na het in schieten, de ander na het springhoogte regelen, wanneer het minder goed liggen van de baan zich veelal nog niet gedemonstreerd heeft. Aanbeveling zal het bij de indirecte waarneming steeds verdienen, wanneer de B.C. vóór het afdanken van zijne posten informaties inwint omtrent de ligging van de baan en naar gelang van het antwoord maatregelen neemt, als b.v. het aanhouden van een post, strooien of vragen van instructies aan den G.A.C., die zoo noodig een Officier met de verdere leiding van het vuur kan belasten, tot voldoende juistheid verkregen is. Wel wordt hierdoor het G.A.K. wederom met meerdere werkzaamheden belast, doch andere per sonen, die de B.C. in moeilijke gevallen direct leiding kunnen ge ven, zijn er niet, aangezien alle bij eene groep ingedeelde officieren in het G.A.K. met werkzaamheden zijn belast, tenzij de officier waarvan sprake is in punt 31 bladz. 140 V.A.V.A. is aangewezen. Bij de opleiding en oefening van de waarnemers ware er op te letten, dat hun goed wordt ingeprent ook op andere dingen acht te slaan, behalve het L. en R. en S.H. en zoo mogelijk den B.C. te waarschuwen wanneer overwegend (-I-) of schoten worden waargenomen. Slaat men de Nederlandsche Schietregels omtrent deze kwestie op, dan vindt men, dat bij het T-vuur steeds de grens van 100 M. geschoten wordt, hetzij met S- dan wel met T-vuur (-|- of wordt ook nu direct waargenomen t/o van het doel) en het voort gezet vuur begonnen wordt met de gehalveerde O.H. der beide grensschoten. Doch geheel in de lijn van vorenstaande redeneering wordt nu in punt 191 bladz. 75 bepaald, dat na het regelen der S.H. in de lengte gestrooid wordt (mj. werd hier juister van voor uitgaand spreiden gesproken) met één of meer malen 100 M., welk strooien in verband met A.n of aanslagen van kogels en scherven 771

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 7