Van Alles Wat. [Aug. 1915. Voor de Wapenchefs en den Chef van den Geneeskundigen Dienst, alsmede voor den Hoofdinspecteur der Militaire Administratie, is ingevoerd de benaming „Inspecteur" (was reeds geschied bij het niet bij algemeene order bekend gemaakte Kon. besluit van 11 Mei 1914 No. 54, Ind. Stbl. No. 479). Voorts zijn nog de volgende verschillen te vermelden: C. De Generale Staf. 8 (oud 7) Hoofdbureau. Opgenomen hierbij is de kapi tein of luitenant van een der Wapens, vroeger vermeld in de paragraaf (18a) betreffende de Permanente Militaire Spoorwegcom missie als secretaris dezer thans in 1 afzonderlijk vermelde en in 158 verder behandelde instelling. 9 (oud 17) Ge we s te lij ke Dienst. Vervallen is de benaming: „Chef van den Gewestelijken Staf". E. De Plaatselijke Staf. 13 (oud 21) De luitenant-Kolonel, plaatselijk commandant te Padang, is vervallen. (Was reeds geschied bij wijze van tijdelijken maatregel). F. De Infanterie. 15 (oud §23) Wapen der Infanterie. De onderdeden van het Wapen zijn in eene andere volgorde opgesomd. 21 (oud 55) Afdeeling O r don nans-Wie 1 rijders. Het aantal infanteristen le klasse bij deze Afdeeling is vermeld in §50. 23 (oud 37) Garnizoensinfanterie. Bijgekomen is het Garnizoensbataljon van Sumatra's Westkust 26), terwijl ver vallen zijn de Garnizoenscompagnieën van Sumatra's Oostkust (oud 41), van Benkoelen (oud 49) en van de Lampongsche Districten (oud 50). Een en ander was reeds bij wijze van tijdelijken maat regel doorgevoerd. In deze paragraaf is ook opgenomen de bepaling, vroeger bij elk der bataljons afzonderlijk vermeld, dat de garnizoensbataljons bestaan elk uit een Staf en een door den Gouverneur-Generaai te bepalen aantal compagnieën en detachementen. 30 (oud 46) Garnizoensbataljon van Celebes en Menado. Hierbij is thans gevoegd het personeel van de vroegere Garnizoenscompagnie van de Lampongsche Districten (oud 50), hetwelk tot dusver tijdelijk boven de formatie van dit bataljon werd gevoerd. 36 (oud §52) Subsistentenkaders. De standplaatsen Tjimahi en Maos van de adjudant-onderofficieren belast met het toezicht op de doortrekkende militairen, zijn gewijzigd in Bandoeng en Djokjakarta. 831 I. M. T. 1915. 54.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 81