Van Alles Wat. Aug. 1915.] 135 (oud 138sub3e) L i t h og r a p h i sc h e Werkplaats, ervallen zijn de Inlandsche steendrukkers. 140 (oud 136) L a n d r e n t e-o pnemingsbrigades en 141 (oud 137) Opleidingsbrigade. M. m. geldt hier voor de chefs der brigades hetgeen boven bij 131 werd gezegd. N. De Trein. 145 (oud 131) De in de oude paragraaf voorkomende be naming „treindetachement" is vervangen door „treinafdeeling". Voorts worden de Eur. treinsoldaten nu onderscheiden in die der le en 2e klasse, terwijl instede van 8 inl. sergeanten zijn vermeld 8 Inl. sergeanten of korporaals (een en ander was reeds bij wijze van tijdelijken maatregel ingevoerd). 147 voert de titulaire rangen in voor het treinkader. O. Het Korps Ambtenaren. 148 (oud 120). De opsomming van alle, reeds in andere paragrafen genoemde burgerlijke ambtenaren is vervallen. P. Het Korps Militaire Schrijvers. 150 (oud 122) vermeldt 1 sergeant-schrijver meer en 1 kor poraal- of soldaat-schrijver minder. R. De Militaire School, tevens Cursus tot opleiding van Inlandsche Officieren. 153 (oud 125) Het personeel, dat 1 Eur. fuselier minder en 1 Inl. korporaal meer telt, is thans aangegeven als behoorende tot het Wapens der Infanterie. S. De Hoefsmidschool. 155 (oud 143). De hoefsmid-onderwijzer bekleedt den rang van adjudant-onderofficier of opperwachtmeester (sergeant-majoor). M. De Permanente Militaire Spoorwegcommissie. 158 (oud 18a). Zie hiervoren ad „C. De Generale Staf". A. J. C. JONQUIÈRE. Kap'. G. S. 834

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 84