Aug. 1915.] Grensschieten met G. K.—T. moet worden beperkt om met die gegevens door te gaan, welke de grootst mogelijke uitwerking waarborgen. Onderscheid wordt niet gemaakt tusschen gedekte en ongedekte doelen, hetgeen ook in verband met de wijde strooigrenzen en de directe waarneming niet noodig is. Wil men een antwoord geven op de vraag of bij het schieten op gedekte doelen volgens punt 19 van ons voorschrift het kiezen van de (-|-) grens als artilleristische afstand juist is, dan moet men meerdere factoren in aanmerking nemen dan alleen de L S 50 en wel o.a. invalshoek, halve tophoek verspreidingskegel, springhoogte en interval. In den regel zal men in zoo'n geval echter groepschieten en daardoor den artilleristischen afstand nauwkeurig kunnen be palen. Een ander geval is het echter bij het inschieten volgens punt 28, omdat dan geen groepschieten mogelijk is. Dient daarom bij vuren op een gedekt doel zooveel mogelijk het inschieten met G.K.T. te worden vermeden, toch zal dit wel eens moeten voorkomen en dienen de schietregels er dus rekening mede te houden. Men kan nu voor eiken vuurmond en voor verschillende afstan den in verband met bovengenoemde factoren berekenen welke af standen voldoende waarborgen voor uitwerking geven en vindt dan (A -I- 50) en (A -|- 100) M. Kiest men, vurende op ongedekte doelen volgens punt 28, den af stand A voor het uitwerkingsvuur, dan blijkt, dat volgens fig. 7 50 °/0 der schoten geen of weinig uitwerking zouden hebben op de strook (A -- ICO)— Q, uitgaande van een dieptewerking van 50—100 M., zoodat men eveneens op den afstand A-j-50 zal moeten vuren. Fei telijk zou men ook op den afstand A-j-100, (evenals vurende volgens punt 19 op een afstand A -|- 50) moeten schieten, doch het toch al langzame vuur van de meeste onzer vestingvuurmonden maakt het noodzakelijk, het vooruitgaand spreiden zooveel mogelijk te beperken, alhoewel het beginsel ook voor de V. A. moet worden aangenomen. De invloed van een treffer op het voortgezette vuur is volgens dezelfde redeneering gemakkelijk na te gaan. Doet men dit voor een vuur volgens punt 19, dan blijkt, dat de kans dat minder dan der schoten [(-!-)] vallen ±21% is, derhalve te groot, en hier dus het oude rijmpje „neemt nooit een treffer waar enz." nog van kracht is. 772

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 8