Aug. 1915.] Overzicht van eenige buitenlandsche tijdschriften. mogelijk als met de grootste nauwgezetheid van het terrein wordt partij getrokken, waartoe eerst verkend moet worden en als men zonder de binnenkort vereischte ontwikkeling uit het oog te ver leggen, de meest geeigende vormen kiest. Veelal zal dit een verkorte verdubbelde marschcolonne zijn, volgens den schrijver. De 2de periode begint op 1500 a 1200 M. van den vijand, alsdan zullen verdedigende artillerie, mitrailleurs en infanterie alles op haren en snaren zetten om de voorwaartsche beweging te be letten. De aanvallende artillerie moet nu zones scheppen, waarin het vuur van den verdediger zoodanig wordt onderdrukt, dat de eigen infanterie vooruit kan, waarbij deze reeds met vuur begint mede te werken. De verdedigende artillerie wordt alsdan gedwongen -y-) de aanvallende artillerie te beantwoorden. Hoe nu, als de aanvallende artillerie niet zoo werkdadig de voorwaartsche beweging steunen kan? De tirailleurlinie zal met in zeer snellen gang (dus alles behalve een traditioneel sukkel looppasje -y-) uitgevoerde onregelmatige en voor de tegenpartij geheel onverwachte sprongen terrein moeten winnen (ergo: geen vooraf gefluit en gegil, noch een lijzig overeind rijzen eerst van sectie-, dan van groeps-commandanten en daarna van tirailleurs, doch plots, als een stoot, van een deel der linie alles tegelijk vooruit -y-) Alles onder zooveel mogelijk gebruik maken van de dekking van het terrein. Bij het einde van den sprong alles tegelijk tegen den grond en daarna op den buik robbende de gewenschte plaatsen innemen, terwijl, niet in beweging, soms van de schop gebruik gemaakt dient te worden. Terecht waarschuwt de schrijver tegen een overdreven gebruik van de schop bij den aanval. De ondersteuningstroepen en reserves kunnen öf in tirailleurliniën worden opgelost en zoo trachten terrein te winnen, dan wel ge splitst worden in talrijke kleine colonnes. De eerste methode geeft der verdedigenden artillerie geenszins onwelkome doelen, een strooivuur belooft goede resultaten, terwijl bovendien de troepen geheel uit de hand raken, en daardoor de kans ontstaat, dat deze reserves niet meer als reserve gebruikt kunnen worden. Veeleer verdient dan ook de andere manier aanbeveling, waarbij voor de voorwaartsche beweging onregelmatigheid en aanpassing aan het terrein en ook hier maximum snelheid hoofdzaak zijn. Aan het slot resumeert de schrijver de zaak als volgt, groote samenwerking tusschen infanterie en artillerie, nauwlettend gebruik van het terrein, verwerping van schema's, snelheid en ten slotte een ernstige wil om snel door de gevaarlijke zone heen te komen om den vijand middels krachtig eigen vuur te beheerschen. 844

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 94