Overzicht van eenige buitenlandsche tijdschriften. [Aug. 1915.
Internationale Revue. Mei 1915 met Beiheft.
In het Beiheft wordt het oorlogsoverzicht voortgezet.
Onder „Frankreich" komt voor een beschouwing over de lichting
1916, die naar de schrijver aantoont hoogstens 300.000 man kan be
dragen.
Blijkbaar heeft men in Frankrijk zelfs al de noodige voorberei
dingen getroffen om desnoods de lichting 17 op te kunnen roepen.
Onder „Ruszland" eerst een opstel over de Russische infanterie,
dat door ons reeds elders (naar vermeend wordt in een overzicht
van het M. W. B.) werd behandeld, en vervolgens een opstel over
genomen uit de Corriere della Sera van Generaal Bonacci getiteld
„Die Schwachen der russischen Strategie."
De Generaal noemt in hoofdzaak als oorzaak van het weinig gun
stig resultaat der Russische actie, het verspreide optreden, zoodat
nergens voldoende kracht is; terwijl toch juist het talrijke Russische
leger in eiken slag een reuzenovermacht zou kunnen ontwikkelen,
indien het niet versnipperd was, geeft het nu de tegenpartij herhaal
delijk (goed gebruikte) gelegenheid om met plaatselijke overmacht
hoogst belangrijke successen te behalen. Zooals de Russen, gedeel
telijk uit politieke overwegingen, gedeeltelijk omdat zij alles willen
en dus niets dekken, optreden, hebben zij niets aan hunne millioe-
nen; te veel wordt uit het oog verloren, dat niet totale overmacht
succes waarborgt, doch veeleer een goed gebruik van de beschikbare
krachten en daardoor plaatselijke overmacht. y
Artilleristische Monatshefte. Mei.
In een artikel over ,,die Entwiklung der Steilfeuerartillerie" geeft
Generaal Rohne een overzicht over de wordingsgeschiedenis van het
tegenwoordige krombaangeschut. In den eersten tijd na de uitvin
ding van het buskruit bezigde men ook wel lange kanonnen, doch
aangezien de nog gebrekkige wapentechniek het gebruik van groote
ladingen niet toeliet, vervaardigde men reeds van den aanvang af
ook geschut van zwaar kaliber, doch van geringer lengte. Dit ge
schut stelde in staat zwaardere projectielen met kleine ladingen te
„werpen". Toen veel later de geschuttechniek genoemde moeilijk
heid had overwonnen, was reeds lang de strijd tusschen dekking en
geschut uitgebroken. Het gold toen projectielen op zoodanige wijze
voort te schieten, dat men daarmede öf den vijand achter eenver-
tikale dekking kon treffen, öf horizontale dekkingen kon doorslaan
of ook zelf van achter eene dekking het vuur kon afgeven.
In den strijd tegen horizontale dekkingen is het geschut onmis
kenbaar de baas gebleven. Moeilijker was het een oplossing te
vinden voor de vraag hoe levende doelen achter dekkingen te tref
fen. Vond men tot het doorslaan van gewelven één afdoende middel
n.l. de mijngranaat, tegen levende doelen tracht men in verschillende
legers op verschillende wijzen uitwerking te krijgen, doch is een
849