Overzicht van de Militie - Voorstellen. [Aug. 1915.
5. Tegenover deze verplichtingen staat vrijstelling van hoofdgeld,
c.q. van heerendienst, waar deze nog bestaat.
Zien wij nu eerst, wat van de militie verwacht wordt.
De bewerker van de voorstellen stond voor de moeilijke taak de
militie in te lasschen in ons Leger, dat, in de eerste plaats wat
de Infanterie betreft, steeds voor den oorlog tegen den Inlandschen
Vijand gereed moet zijn. In de voorstellen nu zijn militie en staand
Leger in vredestijd zooveel mogelijk gescheiden gehouden. Dit is te
bereiken door 4 veldbataljons van het staande Leger op te heffen
en daarvoor op te richten 4 weerplichtbataljons op Java. Hierbij
ontvangen de voor de Infanterie bestemde dienstplichtigen (de groote
meerderheid dus) hunne eerste opleiding en wel landaardsgewijze
in compagnieën vereenigd Elk weerplichtbataljon telt dan ook
1 Europeesche, 1 Menadoneesche en 2 Inlandgche compagnieën.
Voor oorlogstijd is dezelfde scheiding van militie en staand leger
niet door te voeren, al ware het slechts, omdat zij te veel aan enca-
dreering zou eischen. Daarom worden na afloop van de eerste
oefening de Infanterie-miliciens administratief ingedeeld bij de sectiën
van hun landaard van de veldbataljons en wel tot zoodanige getallen,
dat alle compagnieën bij mobilisatie 250 man zullen tellen, na aftrek
van het—voor de verschillende landaarden uiteenloopend mobili
satie-verlies.
De versterking van het Leger door invoering van dienstplicht is
dus niet in de eerste plaats gezocht in uitbreiding van het aantal
eenheden, maar in opvoering van de sterkte van de bestaande een
heden tot die in Europeesche legers gebruikelijk. Zijn compagnieën
van 250 man voor den krijg tegen den Inlandschen Vijand te onhan
delbaar, voor den oorlog tegen den Buitenlandschen Vijand vormen
zij den norm.
In de plaats van 21 bataljons van 600 man treden dus evenveel
bataljons van 1000 man, waarvan 17 uit gemengde compagnieën
bestaan.
(1) In tegenstelling met de veldbataljons. welke sedert eenige jaren
uit gemengde compagnieën bestaan.
865