nogmaals: Kromo Builen. Omstandigheden—o.a. een actie op een eiland met zeer slechte verbindingen-beletten mij eerder met een enkel woord op de vele tegenstukken terug te komen. Om punt voor punt mijn opponenten te antwoorden is, in verband met de plaatsruimte moeilijk doenlijk. Bovendien zou ik daarbij te zeer in herhalingen moeten treden, hetgeen ook alonnoodig is met het oog op het feit, dat het vraagstuk „Kromo thans—en ik geloof niet, dat dit onvruchtbaar kan zijn door zoovelen en van zoovele zijden beschouwd is geworden. Vooraf echter mijn besten dank aan de heeren Schmidt en van Araenne voor hun sympathieke, zakelijke en vruchtbare repliek. Ik vind het noodig hier neer te schrijven, dat het me werkelijk spijt, dat al schrijvende eenige te zware en vooral te zeer generali- seerende en qualificaties m'n pen ontgleden zijn—zij waren noodeloos grievend, hoewel nimmer opzettelijk als zoodanig bedoeld. Doch het stukje werd tijdens een actie, onder den invloed van zeer versche en zeer weinig aangename ervaringen geschreven en vrijwel dadelijk verzonden en dit is in dit opzicht de eenige, en ik erken gaarne, zeer zwakke verontschuldiging. Verscheidene tegenschrijvers hebben mij tevens een vrij ontmoe digende „conduite" gegeven-ik voor mij acht het 1. M. T. en deze dupliek niet de plaats om mij over deze „ongunstige aanteekeningen" te „verantwoorden." Maar, en men vergeve mij deze in dit geval waarschijnlijk wel begrijpelijke „bijzonderheid", het is mij toch een aangename voldoening, om hier te wijzen op het feit, dat èn de bedoelde actie èn een kort daarop volgende actie den beoordee- laar—een chef met een zeer welbekenden naam als veld-officier en Atjeh-man blijkbaar reden gaven tot een heel wat waardeerender oordeel, dan dat mijner geachte opponenten. Ik heb nimmer den indruk gekregen, dat de Javaan mij als officier 784

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 22