Sept. 1915.] Over de Artillerie Inrichtingen en het materieel. zeer verschillende stelsels zullen thans door mij worden besproken, uit welk betoog dan tevens zal volgen hoe ik mij de meest gunstige organisatie van onze Artillerie Inrichtingen voorstel. 1. Het voornaamste verschil tusschen het Nederlandsche en het Indische systeem is wel, dat het eerste de inrichtingen als een zelfstandig bedrijf buiten bemoeienis van de wapens van het leger doet staan. De Cluf van het Wapen der Artillerie in Indië moet zijn krachten verdeelen over de bereden-, de vesting- en de kustartillerie en voert bovendien het bevel over de staatsinrichtingen De directie van de Hollandsche Artillerie Inrichtingen best; at uit meerdere leden, die zich geheel aan de taak, „door het bedrijf op h. n schouders gelegd, kunnen wijden. Waar bovendien uit den aard der zaak in de directie personen worden benoemd, die geheel op de hoogte moeten zijn van de inrichtingen onder hun beheer, terwijl slechts bij uitzondering een Wapenchef optreedt, die in vroeger tijd wel eens aan de artillerie- werkplaatsen heeft gearbeid, in het algemeen dus aan een Wapenchef andere eischen worden gesteld, dan uitsluitend door het artillerie be drijf worden geeischt, daar behoeft het verder geen betoog, dat in dit opzicht de Hollandsche organisatie verre staat boven die in Indië. 2. Een algemeen erkend nadeel van de staatsexploitatie is, dat de hoofden van takken van dienst in den regel aan handen en voeten gebonden zijn, vooral wat betreft uitbreiding of inkrimping van het bedrijf en het aannemen en ontslaan van we: kkrachten. In de Mil. Speet, van l8;->2 schreef reeds de heer Witte, werktuig kundig ingenieur aan de Artillerie Inrichtingen het volgende omtrent de nadeelen, die kleven aan het optreden van den Staat als werkgever. Gedeelte ijk uit angst voor onverwachte eischen te worden gesteld, welke bij de begrooting niet voorzien waren, of welker inwilliging door een altijd onberekenbare volksvertegenwoordiging niet verze kerd is, gedeeltelijk uit een geest van wantrouwen in zijn eigen, ook de hoogste ambtenaren, wordt b gonnen met organisaties, reglementen, instructies enz., die, ook al zijn zij op den oogenbiik- kelijken toestand toepasselijk, al spoedig een knellenden handvor men, omdat zij elke vrije ontwikkeling, die levensvoorwaarde voor eiken vooruitgang -vooral op nijverheidsgebied, waar elke sti lstand gelijk staat met achteruitgang - tegenhouden. Daarbij dwingt het strenge toezicht, door hoogere machten op de richtige besteding van 'slands gelden uitgeoefend, tot een uiterst omslachtige en tijdroovende 888

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 12