Sept. 1915.] Over de Artillerie Inrichtingen en het materieel. materieel binnen het bereik van vijandelijk scheepsgeschut nimmer te verantwoorden, terwijl voor innige samenwerking met het legerbestuur, de P. W., de C. v. P. en de stapelmagazijnen de ligging te Soerabaia schier onoverkomelijke bezwaren moet op leveren, wil ik nu trachten de vraag te beantwoorden, hoe onze staatsfabrieken voor oorlogsmaterieel het best kunnen worden gereorganiseerd. In de eerste plaats moeten dan de fabrieken en werkplaatsen (dus de Artillerie Constructie Winkel, de Pyrotechnische Werkplaats eft de Geweermakersschool benevens de magazijnen van die inrich tingen) worden samengevoegd tot een staatsbedrijf, onder een directie regelrecht onder den Chef van het Departement van Oorlog. Een raad van toezicht, bestaande uit eenige burgerleden, zou het door dit Departement gewenschte toezicht kunnen uitoefenen op het oeconomisch en administratief gedeelte van het bedrijf. De Directie te Bandoeng, bestaande uit een directeur, een onderdirecteur en een ingenieur, die onder haar bevelen het geheele personeel van de inrichtingen heeft, is voor het bestuur van de artillerie inrichtingen dus rechtstreeks verantwoordelijk aan den Chef van het departement van Oorlog. Zij voert het beheer over de inrich tingen en is bovendien belast met de inspectie over de draagbare wa >enen. Zij ontvangt de o (drachten omtrent de levering van materieel, benevens de opgaven omtrent de leveringstermijnen van of van wege de hoofden van de verschillende departementen en voert deze uit, waarbij het geheel aan haar oordeel zal moeten worden overgelaten in hoeverre van de burger industrie zal moeten worden gebruik gemaakt. Hoewel op den voorgrond moet staan, dat bestellingen bij jaar- lijksche aanvraag moeten worden gedaan, zijn de hoofden der de partementen gerechtigd bij de directie op spoedige aflevering van het materieel aan te dringen, waarbij evenwel niet uit het oog verloren mag worden, dat bij het uitvoeren van spoedbestellingen minder oeconomisch wordt gewerkt en dus de door de departe menten ie betalen prijzen zullen moeten worden verhoogd. De Directie ontvangt van het legerbestuur een opgave van de verschihende cursussen voor officieren en mindere militairen, die zullen moeten worden gehouden in het belang van het goede on derhoud van het materieel. De instructie-inventaris behoort te 892

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 16