Over de Artillerie Inrichtingen en het materieel. [Sept. 1915. teur door den tegenwoordigen Inspecteur van de Draagbare Wapenen kan worden vervuld. Slechts zullen meerdere uitgaven voor het opzichtvoerend personeel moeten worden gedaan, uitgaven, die echter zeer zeker de winsten weer zullen doen stijgen, maar tevens zal het administratief personeel moeten worden vermeerderd, wat noodig is ten einde een zuivere boekhouding en een behoorlijke leiding van het bedrijf te verkrijgen. Ten slotte rest ons de beantwoording der vraag: op welke wijze moet worden voorzien in de vervulling van de verschillende vacatures? Het beste is het m.i. de directies en een groot deel van het opzichtvoerend personeel te doen bestaan uit burgerlijke ambtenaren, liefst oud artillerie officieren, die na een grondige opleiding geschikt en genegen zijn om die betrekking te aanvaarden. Geschikt. wat alleen kan worden verkregen door een deta cheering aan de verschillende werkplaatsen en daarna een studie in Europa aan een Technische Hoogeschool, en ten slotte door een blijvende aanstelling aan een der fabrieken der Artillerie Inrichtingen. Genegen wat alleen kan worden verkregen, indien de vooruitzichten van het personeel aan de Artillerie Inrichtingen worden verbeterd. Een plaatsing aan die inrichtingen is thans voor de meeste officieren een groot nadeel. Is het voor de Indische artilleristen, door de verloven naar Europa, de vele overplaatsingen, de vele bijzondere betrekkingen enz. al zeer lastig zich in hun werkkring behoorlijk in te werken, de toestand wordt nog erger indien van de 10 a 12 luitenantsjaren er 3a4 aan een der artillerie werkplaatsen moeten worden doorgebracht, waarbij dan bij het thans gevolgde systeem nog 2 jaar opleiding in Delft komen. Wordt gerekend dat die officieren 1 jaar met verlof gaan, dan worden zij 6 a 7 jaar of meer dan de helft van hun luitenantstijd aan den troep onttrokken. Maar neemt men nu bovendien in aanmerking, dat bv. bij den Artillerie Constructie Winkel zeer zeker eerst na een werktijd van ongeveer 2 jaar een officier geacht kan worden voldoende thuis te zijn in zijn werkkring, dan ziet men hieruit tevens hoe verkeerd het huidige systeem is, hoe geheel in strijd met s' Lands belang en zeer zeker ook met de belangen van de schatkist. Wordt daarentegen voor de officieren, die in burger dienst overgaan aan die artillerie inrichtingen de gelegenheid geopend zich geheel 895 I. M. T. 1915. 58.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 19