Eene eennoudige opheldering door een
tiQlf-E5kadron Brigade-caDalerie.
(met schets).
Verkenning nan eene marcheerende colonne.
Zij A. B. (fig I) de lijn, waarin eene Brigade stelling heeft ge
nomen met front naar het Oosten.
De weg C. D. E. F. G. voert naar den vijand, die uit. het Oosten
verwacht wordt. Nog onbekend is de juiste sterkte van den vijand,
en de juiste plaats, waar hij zich ophoudt. De Brigade, die de
lijn A. B. bezet houdt, zendt zijn half-Eskadron ter opheldering uit.
De Eskadronscmdt. zal voorloopig over de volgende zaken hebben
na te denken:
Hoe zal ik den weg C. D. verkennen, hoe de wegen D.E.G. en
D. F. G. en hoe den weg G. H. Reeds in C. moet hij in overweging
nemen, dat hij in D. genoodzaakt zal worden tot splitsing van zijn
macht. Wat zal hij nu doen, vereenigd marcheeren naar D. en eerst
daar tot splitsing overgaan m. a. w. eerst daar patrouilles langs
D. E. G. en D. F. G. sturen of de patrouilles, die hij daarvoor
bestemt, reeds in C voor zich uit sturen
Marcheert hij vereenigd tot D, maar toch natuurlijk met veilig
heidsmaatregelen, dan houdt hij wel alles bij elkaar en is bij ont
moetingen op dien weg wel sterker, maar het is de vraag of dat
sterk zijn voor een ophelderings-half-Eskadron wel zoo op den
voorgrond treedt. Het doel toch is verkennen van den vijand,
hem opzoeken, betasten en bevoelen tot de gewenschte gegevens
verkregen zijn en nu is het de vraag of het zoo zelfbewust op den
weg blijven, alléén met een spits vooruit, wel gerechtvaardigd is.
Een half-Eskadron toch is nog eene zoo zwakke eenheid (liever
halfheid) dat een dergelijke wijze van ophelderen te gewaagd is.
De opheldering toch zal er bij winnen, indien de Eskadronscmdt.
bijtijds gewaarschuwd wordt: „Er komt wat aan".
902