Eene eenvoudige opheldering [Sept. 1915. Hij kan dan, indien hij zulks noodig mocht achten, bijtijds zijn haif-Eskadron eene gunstige opstellingsplaats geven. Indien hij van te voren gewaarschuwd wordt, is zijne bewegingsvrijheid dus aan merkelijk grooter. Het is daarom wenschelijk, dat er „iets" vooruit gaat. Een enkele patrouille met opdracht tot D. te gaan, zou voor den weg C. D. voldoende zijn. Maar daar D. een driesprong is en van uit D. twee wegen in 's vijands richting loopen, zal het, zooals we straks zullen zien, noodzakelijk zijn, omdat we den vijand op zoeken moeten overal waar hij zich zou kunnen vertoonen, zoowel den weg D. E. als D. F. te verkennen. Het is daarom logisch om de afdeelingen, aan welke de verkenning van de wegen D.^G. wordt opgedragen, reeds dadelijk naar voren te zenden, vereenigd mar- cheerende tot D. Vanuit D. wordt dan bericht gezonden naar den Esk. Cmdt. dat alles veilig is. Dat het half- Eskadron zou wachten tot de patrouilles voldoende voorsprong hebben, is niet noodig. Bij den aanvang bevindt het gros zich nog zoo dicht bij zijn eigen Brigade, dat de kans op een dadelijk treffen vrij gering is. De patrouilles marcheeren dus naar voren in een vlot tempo, het gros kan langzaam volgen en dus ontstaat geleidelijk aan de gewenschte afstand van 3 a 5 K.M. Zooals zoo juist is opgemerkt, dienen de beide wegen D.jrG. verkend te worden. De Esk. Comdt. kan niet zelf patrouille rijdeneene verdeeling dus van het half-Eskadron in tweeën, waarbij de Esk.-Comdt. den noordelijken (voornaamsten) en zijn oudste luitenant den zuidelijken weg voor zijn rekening neemt, om samen in G. aan te sluiten, isjuit den booze. De eenhoofdige leiding is weg en de Esk. Comdt. heeft listelijk de helft van de opheldering aan zijn oudsten luitenant overgedragen. Alléén dan is een dergelijk optreden gewettigd, indien van eene éénhoofdige leiding geen sprake meer is bv. indien zich tusschen de wegen D. E. G. en D. F. G., en evenwijdig hieraan, een lange bergketen uitstrekte, zoodat van ver band zoeken geen sprake zou zijn, en tevens de afstand D. E. G. voor één sprong te groot is. Maar dan nog de Esk.-Comdt. met het grootste deel langs den hoofdweg en een van zijn luitenants met een pa trouille langs den anderen. De eenige manier om de opheldering in zijn hand te houden, om te kunnen zorgen, dat de opheldering verloopt in eene richting, die hij wenscht, is, dat een patrouille langs E en een patrouille langs F. naar G. gestuurd wordt, terwijl hij zelf in D. de resultaten afwacht. 903

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 27