Sept. 1915.] door een half-Eskadron Briqade-Cavelerie. zijne ordonnansen mij niet bereiken, zij gaan dan wel rechtstreeks door naar den Brigade-Cmdt. Patr. Cmdt. R. en S. worden voorgeroepen en krijgen de volgende bevelen: „Patr. R. verkent in richting D. waar voorhoede-vijand om 10.15 kan zijn aangekomen. Patr. S. verkent vijand ter hoogte van F. Beide patrouilles komen in haar geheel na verkenning bij mij terug". Een actief verkennen dus van den vijand en hem niet meer loslaten tot bereikt is wat we weten willen, en waarvoor we ook zijn uitgestuurd, maar daarna ook geen verdere verkenning van patrouilles op eigen houtje, geen versnippering in patrouilles, die voorloopig waarschijnlijk niet meer terug komen en niet meer weten waar hun Esk. Gmdt. gebleven is. Zij blijven aan de bekende elastiekjes gebonden en de Esk. Cmdt. behoudt de leiding. Nadat beide patr.? vertrokken zijn, laat de Esk. Cmdt. afzitten en de noodige menschen voor de beveiliging aanwijzen, haalt zijn kaart uit den zak en bestudeert den algemeenen toestand; wordt hierin echter spoedig gestoord door een der wachten aan den Z. rand, die meldt, dat vijandelijke Inf. langs den N. weg marcheert. Hé, denkt de Esk. Cmdt., wat vreemd, dat ik niets hoor van patr. P. Het blijkt slechts één compagnie Inf. te zijn. Rechter flankdekking dus! Vijf minuten hierna komt een ordonnans van patr. P. brengende het schriftelijk bericht: „Ben tijdelijk van den grooten weg voor één compagnie vijand. Inf. in het terrein uitgeweken, bevind mij thans weer als staande patre te E. Goed zoo, denkt de Esk. Cmdt., dat klopt Achtereenvolgens komen nu binnen: patr. R. meldt: „Te 10.18 passeerde één bataljon voorhoede punt D., meende ook mitrailleurs hierbij te zien. Toen werd ik weg gejaagd door een Inf. patre. Pietersen is hierbij gesneuveld. Ik heb het dadelijk van een andere plaats nog eens geprobeerd, maar werd weer ontdekt; toen ik het voor den derden keer probeerde was de colonne al voorbij." patr. S. „Ik zag te 10.25 gedurende zeven minuten één batterij veldartillerie en al maar door Infanterie voorbij marcheeren. Ook zag ik eenige ruiters te paard hierbij, toen volgde niets meer." 906

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 30